Op 7 december 2018 organiseerden de Onafhankelijke Ziekenfondsen het symposium ‘Gezond opgroeien in digitale tijden’. Verschillende specialisten ter zake namen het woord om te wijzen op de gevaren, de vinger te leggen op de oorzaken en gevolgen, te relativeren, te adviseren…
« Welke invloed hebben de smartphone en sociale media op onze jongeren? Wat met online privacy en cyberpesten? Hoe kan het gezondheidsbeleid bijdragen aan de digitale weerbaarheid van jongeren? En welke meerwaarde biedt een goede digitale balans voor de gezondheid van onze tieners? Deze en andere vragen kwamen aan bod tijdens het symposium van de Onafhankelijke Ziekenfondsen over de relatie van jongeren met hun smartphones.
De sprekers:
– Xavier Brenez, Directeur-generaal Onafhankelijke Ziekenfondsen
– Prof. Dr Lieven De Marez, imec-mict-UGent – “Digibesitas en Digitale Domesticatie”
– Prof. Laura Merla, UCL – “Jongeren en smartphonegebruik binnen de familiale context”
– Dr Dirk Avonts, Hoofdredacteur, Huisarts Nu – Senior-arts, Domus Medica
– Marion Beekmans, , adviseur bij het kabinet van Marie-Martine Schyns, minister van Onderwijs voor de ‘Fédération Wallonie-Bruxelles‘
– Yves Collard, media-expert bij Média Animation
– Maya Van de Velde, lid van de Vlaamse Jeugdraad
– Katrien Vanhove, algemene coördinatie bij Mediaraven
Presentaties
X. Brenez, Directeur-generaal Onafhankelijke Ziekenfondsen, stak van wal met een korte voorstelling van de resultaten van de enquête van de Onafhankelijke Ziekenfondsen: “Jongeren over hun smartphone: risico’s, maar nog meer voordelen”.
« 1 op de 2 jongeren voelt zich verslaafd aan de smartphone »
Er werden verschillende sprekende, verrassende en vrij geruststellende cijfers vermeld. Zo voelt 1 op de 2 jongeren tussen 12 en 23 jaar (er werden er 1.000 bevraagd) zich verslaafd aan zijn smartphone ; 1 op 5 ervaart sociale druk ; 1 op 2 kwam al in aanraking met cyberpesten ; 8 jongeren op 10 vinden de sociale netwerken nuttig om in contact te blijven met hun vrienden…
Digibesitas
De tweede spreker Prof. Dr L. De Marez stelde vervolgens zijn studie ‘Digibesitas en Digitale Domesticatie’ voor. Dankzij dit onderzoek naar de manier waarop mensen omgaan met digitale data, kon hij onder meer aantonen dat er hierover spanningen bestaan binnen generaties.
We moeten een belangrijk verschil maken tussen verslaving (men zit voortdurend op de smartphone) en afhankelijkheid (men gebruikt de smartphone meer dan men zou willen). De tweede term is van toepassing op de meeste jongeren en vaak ook volwassenen, de eerste slechts op een minderheid.
Verder bestaat er ook een duidelijk verschil tussen sociale stress (ervaren door jongeren – bang om uitgesloten te worden of om iets belangrijk te missen) en techno-stress (ervaren door 25-plussers – een gevoel van weerstand tegen schermen).
« De geluidjes van de meldingen op de smartphone conditioneren net zo goed als het belletje bij de hond van Pavlov »
Aan de hand van de door hem ontwikkelde ‘Mobile DNA’-applicatie kon L. De Marez het aantal uren bepalen dat elke jongere op zijn smartphone doorbrengt (ongeveer 5u/dag) en de momenten waarop het gebruik het intensiefst is (blokperiode, avond, tijdens de les… ). Hij kon ook een rangschikking opmaken met de meest door jongeren gebruikte apps: Facebook, Messenger, Youtube, Instagram, Snapchat, WhatsApp…
De jongeren zijn geconditioneerd om hun smartphone te bekijken zodra een bericht verschijnt. Soms kijken ze zelfs wanneer er geen nieuws is, puur uit gewoonte. Zij lijden volgens de professor aan ‘digibesitas’. Indien het probleem te ernstig wordt moet men, net als bij de ziekte, een professional raadplegen.
Het digitale en de familiale context
Als derde kwam Prof. Laura Merla (UCL) aan het woord met haar uiteenzetting: ‘Usages et pratiques adolescentes en contexte familial’.
Ze bevroeg 1.600 scholieren over hun gebruik van social media (op smartphone, tablet of pc) in de gezinsomgeving.
Enkele resultaten: kinderen van gescheiden ouders bezoeken vaker de social media, moeders beperken het gebruik meer dan vaders, meisjes zijn voorzichtiger op het web dan jongens…
En een tip tot slot: « behandel dit onderwerp met kalmte en vooral relativeringsvermogen! »
Debat
De eerste vraag van het debat behelsde al meteen het begrip ‘afhankelijkheid’.
Vanaf wanneer kan je stellen dat een jongere afhankelijk is?
Media-expert Yves Collard stelt 4 afhankelijkheidsniveaus voorop:
– De jongere maakt teveel gebruik van zijn smartphone, maar dit zorgt niet voor grote problemen.
– De jongere zit constant op zijn smartphone en komt daardoor slaap tekort.
– De smartphone wordt een toevluchtsoord, een passie; al de rest is waardeloos.
– De jongere verliest zijn innerlijke vrijheid.
« “De ouders moeten waakzaam blijven. Opvoeding is de beste manier om misbruik te voorkomen. Zorg voor een regeling, maar zonder te verbieden, want de social media maken uitdrukkelijk deel uit van hun sociale leven. Ze moeten kunnen interageren met vrienden en gewaardeerd worden.”
“In de meeste gevallen slagen de jongeren erin zichzelf beperkingen op te legge”
“Soms leggen ze zichtzelf beperkingen op, dat is geruststellend.”
Wat onderneemt het ministerie inzake digitale afhankelijkheid?
Marion Beekmans, adviseur bij het kabinet van Marie-Martine Schyns, minister van Onderwijs voor de ‘Fédération Wallonie-Bruxelles‘, heeft het over twee voorname en complementaire elementen:
– Digitale opvoeding: leren wat er gebeurt op het web, hoe je de social media goed kan gebruiken, praten over cyberpesten…
– Digitaal onderwijs: de scholen van de FWB moeten hun achterstand inhalen en zich informaticavoorzieningen aanschaffen. Het digitale moet deel uitmaken van het onderwijs.
Hoe zit het met de toekomst van de jongeren? Hoe zullen zij bijvoorbeeld de arbeidsmarkt benaderen?
Katrien Vanhove, algemene coördinatie bij Mediaraven, wijst op de onzekerheid en het gebrek aan realiteitszin inzake de werkelijke impact van de digitale gewoontes van jongeren.
« « We zoeken nog uit hoe we met deze nieuwe fenomenen moeten omgaan » »
« Wat het gevaar van schermgebruik betreft, het is duidelijk dat we oog moeten hebben voor een evenwichtig gebruik »
« Buitensporig gebruik en onder de zes jaar is het gevaar reëel », stelt M. Beekmans.
X. Brenez, Directeur-generaal Onafhankelijke Ziekenfondsen, stelt de sprekers een vraag vanuit het publiek:
Wat kunnen de Onafhankelijke Ziekenfondsen doen om de jongeren te sensibiliseren en de ouders bewust te maken?
K. Vanhove : « Er kan veel gebeuren op het gebied van communicatie. Zoals de organisatie van dit symposium. Misschien moeten we de ouders een lijst met tips geven. Zij hebben vertrouwen in de ziekenfondsen, dus er is een positieve weerslag mogelijk »
Y. Collard : « Iedereen moet actief deelnemen. Het lijkt me van wezenlijk belang het gedrag van jongeren te begrijpen en aan te tonen wat goed en minder goed is.»
« « Men onderschat duidelijk de positieve aspecten »»
« Indien men de social media op een goede manier gebruikt, maken ze gesprekken mogelijk die de sociale openheid bevorderen. Stop met het demoniseren van de technologie en het gedrag van de jongeren. »
Voor Dr Dirk Avonts, kan technologie verlegen kinderen helpen om zich beter in hun vel te voelen in de maatschappij.
« Sommige jongeren overdrijven wel. Zoals in de les, dat leidt hen teveel af. Ze moeten regelmatig herbronnen, bijvoorbeeld aan de hand van een digitale detox»
Tot besluit enkele sleutelbegrippen voor de ouders:
- Waak voor alles over een goede nachtrust.
- Leg enkele regels op: leg de smartphone ergens buiten de kamer, geen schermen tijdens het eten…
- Praat met de jongeren over wat ze op het internet zien.
- …