Drie jaar na de oprichting van het Centrum voor Evaluatie van de Autonomie en de Handicap (CEAH) in Brussel blikt Iriscare terug op het afgelegde parcours. Dat centrum evalueert de graad van de handicap of verminderde zelfredzaamheid van kinderen aan de hand van specifieke criteria. Daarnaast biedt het die kinderen en hun familie ondersteuning. De belangrijkste bevinding is dat de diagnoses zijn verbeterd, waardoor het aantal erkenningen stijgt. Vergeleken met 2020 werden er 27,65% meer erkenningen toegekend aan kinderen.
Het Centrum voor Evaluatie van de Autonomie en de Handicap opende op 10 februari 2022 zijn deuren bij Iriscare. Daar kunnen patiënten ontvangen worden in speciaal ingerichte dokterspraktijken die toegankelijk zijn voor mensen met een handicap. De resultaten van de evaluaties van kinderen worden door Iriscare aan de Brusselse kinderbijslaginstellingen bezorgd. Op basis daarvan berekent de instelling in kwestie het bedrag van de kinderbijslag, dat ze meedeelt aan de patiënten of hun wettelijke voogd. Iriscare stelt vast dat 8.263 Brusselse kinderen met een ziekte of handicap in juni 2024 een toeslag op de kinderbijslag ontvingen, die gemiddeld 283,96 euro per maand bedroeg.
{Persbericht Iriscare}
Erkenningen nemen sterk toe
Sinds januari 2022 voert het CEAH de medische evaluaties uit die nodig zijn om de verhoogde kinderbijslag toe te kennen. Uit de cijfers blijkt een duidelijke toename van het aantal kinderen met een erkende aandoening. Het gaat dan vooral om autismespectrumstoornissen en taal- en leerstoornissen. Dat toont aan dat artsen die aandoeningen nu beter kunnen diagnosticeren, waardoor het CEAH op zijn beurt meer erkenningen kan geven. Momenteel hebben 2,74% van de Brusselse kinderen van 0-17 jaar een erkenning voor een aandoening. In Vlaanderen bedraagt dat percentage 3,26%. Hoewel er in Brussel een opmerkelijke vooruitgang is geboekt, herinnert dat verschil ons eraan dat het essentieel is om die positieve evolutie voort te zetten en te blijven investeren in effectieve evaluaties.
Sociale ongelijkheden
Het is een feit: kinderen met een stoornis komen vaker uit gezinnen met een laag inkomen. Uit de analyse blijkt dat aandoeningen vaker voorkomen in de grootste en meest kwetsbare Brusselse gemeenten. Zo woont meer dan de helft van de kinderen met een erkende aandoening in Molenbeek, Brussel-Stad, Schaarbeek of Anderlecht. Bovendien groeit 52,55% van de rechtgevende kinderen op in een gezin met een laag inkomen, tegenover 36,19% van de algemene Brusselse bevolking.
Het niet-gebruik van rechten terugdringen is niet alleen een kwestie van rechtvaardigheid, maar ook een essentiële investering in de toekomst van kwetsbare gezinnen. Elk kind dat de ondersteuning krijgt waar het recht op heeft, heeft betere ontwikkelingskansen. Dat versterkt niet alleen het gezin, maar ook onze hele samenleving. Tania Dekens, leidend ambtenaar van Iriscare.
Uitdagingen voor de toekomst
Hoewel er aanzienlijke vooruitgang is geboekt, benadrukt Iriscare dat het belangrijk is om te blijven investeren in effectievere evaluaties. In juni 2024 bedroeg de verwerkingstijd van een dossier gemiddeld drie maanden. Het is cruciaal om die vlotte termijn aan te houden. De administratieve lasten verminderen en de toegang voor kwetsbare gezinnen verbeteren, blijven absoluut prioritair.
Gedeeld door Samuel Walheer
LEES OOK:
- handicap.brussels: het gloednieuwe platform om Brusselaars met een handicap te helpen
- Handicap en inclusie: hoe ziet de toekomst op de arbeidsmarkt eruit?
- De KBS zet zich in voor ‘een betere ondersteuning van brussen van kinderen met een beperking’
- Het KidZ Health Castle van het UZ Brussel is eindelijk erkend als palliatief pediatrisch liaisonteam