Het is officieel, en het is heel goed nieuws voor de Belgische pediatrische wereld: de Raad van State heeft het KB van 2 december 2018, betreffende de uitvoering van de wet van 19 juli 2018 die de financiering regelt als ‘forfait laagvariabele zorg voor moeder en baby’, gedeeltelijk vernietigd. Dit is een echte overwinning voor de beginselen die worden verdedigd door de Belgische Beroepsvereniging van Kinderartsen, die al bijna twee jaar voor deze zaak strijden.
Ter herinnering: begin 2019 mobiliseerden de Belgische Beroepsvereniging van Kinderartsen (via de Belgische Academie voor Pediatrie en de aangesloten verenigingen) tegen de financieringswet ‘forfait laagvariabele zorg voor moeder en de baby’ van minister van volksgezondheid Maggie De Block (met onder andere de campagne “Geef ons een gezicht“). Zij hadden toen samen met de Belgische Vereniging van Artsensyndicaten beslist om tweemaal beroep aan te tekenen: enerzijds bij de Grondwettelijke Raad tegen de wet van 19/07/2018 omwille van de discriminatie van de pasgeborene en anderzijds bij de Raad van State tegen het KB dat van toepassing is vanaf 02/12/2018. Bijna twee jaar later worden hun verzuchtingen gehoord.
Discriminatie van de pasgeborene
Het probleem met de financieringswet volgens het ‘forfait laagvariabele zorg’ deed zich vooral voor op het ogenblik van een bevalling aangezien moeder en kind hetzelfde pakket deelden. Dit betekende dat eventuele complicaties van een pasgeboren baby niet werden gedekt, aangezien de baby aan zijn moeder werd gelijkgesteld en dus niet werd gezien als individu of patiënt met eigen rechten. Voor de Belgische kinderartsen stond dit gelijk aan discriminatie. Deze onrechtvaardigheid is nu rechtgezet!
Schending van het gelijkheidsbeginsel
De Raad van State heeft dus uitspraak gedaan. Zij is het met de kinderartsen eens dat voor pasgeborenen met een ernstgraad van 3 of 4 en die behoren tot de patiëntengroepen in verband met de bevalling, het risico bestaat dat het niveau van gezondheidsbescherming tijdens het verblijf van de moeder in het ziekenhuis wordt verlaagd. Door deze pasgeborenen, tijdens het verblijf van de moeder in het ziekenhuis, aan hetzelfde financieringssysteem te onderwerpen als pasgeborenen met ernstgraad 1, schendt het KB dus het gelijkheidsbeginsel. “Dit gelijkheidsbeginsel wordt zelfs twee keer geschonden”, verklaart de Groupement Belge des Pédiatres de Langue Française op haar website. “Omdat alle andere patiënten met een ernstgraad 3 of 4 zijn uitgesloten van het toepassingsgebied van de globale financiering van het prospectieve bedrag, terwijl dit niet het geval is voor pasgeborenen met een ernstgraad 3 of 4 gedurende de periode dat de moeder nog in het ziekenhuis ligt”.
LEES OOK :