Op vrijdag 23 september 2022 huldigde het Kinderziekenhuis de nieuwe infrastructuur van zijn drie kinderpsychiatrische units in: het Kinderpsychiatrisch Ziekenhuisverblijf, APPI (Autisme, vroegtijdige persoonlijke aanpak) en UPBB (Ouders-Baby). Een symbolisch moment na twee jaar in het teken van Covid-19, waarop de teams de professionals uit de geestelijke gezondheidszorg en andere partners ontvingen voor een rondleiding. Aan het roer van deze inhuldiging: Pr. Véronique Delvenne, afdelingshoofd kinderpsychiatrie; Renaud Witmeur, CEO van het Academisch Ziekenhuis Brussel (Huderf, Erasmus, Jules Bordet) en Philippe Close, burgemeester van de Stad Brussel.
De teams van de afdeling Kinderpsychiatrisch Ziekenhuisverblijf en van de twee dag-afdelingen APPI (Autisme – vroegtijdige persoonlijke aanpak) en UPBB (Ouders-Baby) van het UKZKF werden geïntegreerd in het nieuwe Universitair Expertisecentrum voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie van het H.U.B. Zij stelden enthousiast hun nieuwe voorzieningen voor hun originele benadering voor tijdens een openingsplechtigheid, die meermaals werd uitgesteld wegens de pandemie. Hospichild was erbij voor u.
Prof. Delvenne, kinderpsychiatrie – het belang van de infrastructuur voor het Brusselse zorgnetwerk
Het afdelingshoofd Prof. Véronique Delvenne nam het woord op het ruim bemeten terras, waar tientallen pediatrisch professionals voor een keer de plaats innamen van de kinderen (die voor de gelegenheid aan zee waren). Zij onderstreepte het belang van de infrastructuur voor de Brusselse en Franstalige Belgische zorgnetwerken. Vooral tegen de achtergrond van een toenemende vraag naar zorgverlening voor geestelijke gezondheid van kind en jongere, die nog werd aangewakkerd door de pandemie en de lockdown.
De gloednieuwe voorzieningen hebben als doel kwaliteitszorg te kunnen waarborgen vanuit een multidisciplinair team, volgens een globale visie op het kind en zijn omgeving, waar jongeren met psychische problemen en hun familie centraal staan, en waarbij rekening wordt gehouden met alle etiopathogene dimensies, namelijk onderzoek naar de oorzaak, de aard en de symptomen van een pathologie. Prof. Delvenne verklaarde hierover: “De zorg vanuit het ziekenhuis moet gekoppeld zijn aan de ambulante en de eerstelijnszorg. Opsporing en vroegtijdige aanpak van problemen is in deze context een heuse uitdaging. Onze aanpak vormt ondersteuning voor de partners in de behandeling van complexe, ernstige en acute problemen en in de preventie van verwikkelingen en recidiven. ALs universitaire voorziening hebben we een belangrijke rol te spelen om ook bij te dragen tot de opleiding van de professionele zorgverleners en tot ondersteuning van de verdere kennisontwikkeling via onderzoek.”
Philippe Close, burgemeester van de Stad Brussel – De dubbele bestraffing van de zieke vermijden
De burgemeester van de Stad Brussel, Philippe Close, woonde de inhuldiging bij en stond er eveneens op het woord te voeren. Hij wees op het indrukwekkende proces, dat voorafging aan het voorzien van een dergelijke mooie en aangepaste ruimte, waar de drie afdelingen kinderen met uiteenlopende aandoeningen kunnen opvangen. Want zij mogen geen dubbele bestraffing ondergaan: de ziekte en een ontoereikende infrastructuur…
Hij vertelde trots te zijn dat de Stad partner is van de HUB-groep (Academisch Ziekenhuis Brussel). Hij zal dan ook volgende inhuldigingen bijwonen, zoals van het Grote Onderzoekscentrum. In de woorden van Donald W. Winnicott: “Wij hopen dat al onze patiënten op een dag klaar zullen zijn met ons, dat ze ons vergeten en ontdekken dat het leven zelf een zinvolle therapie is.”
Renaud Witmeur, CEO HUB – “We willen dat alle HUB-afdelingen lijken op deze afdeling kinderpsychiatrie!”
“Het Academisch Ziekenhuis Brussel is de grootste ziekenhuisinstelling van het land,” zo begon algemeen directeur Renaud Witmeur zijn betoog.“ Het omvat verschillende ziekenhuizen, zoals Erasmus, het Jules Bordet Instituut en het UKZKF. Verder beschouwen we het Brugmann Ziekenhuis en Sint-Pieter als natuurlijke partners, ook al maken ze geen deel uit van het project. Met het HUB willen we alle tegenstellingen overbruggen, want het is een ongekend referentiecentrum dat elke maand meer dan 1.000 patiënten verzorgt.
Het Universitair Kinderziekenhuis en zijn nieuwe infrastructuur voor de kinderpsychiatrie betekenen voor R. Witmeur een enorme stap vooruit. De onderzoeksactiviteiten zijn bijzonder efficiënt en omvangrijk, wat heel kostbaar is voor het ziekenhuis.
“We willen dat alle HUB-afdelingen lijken op deze afdeling kinderpsychiatrie, want het is een model met alle essentiële ingrediënten, iets om trots op te zijn”, besloot de CEO van HUB.
Drie afdelingen, drie gezamenlijke visies, drie kleurrijke en gezellige ruimten
Na hun toespraken, knipten de drie prominenten het lint door. Dit symbolische gebaar vormde de officiële opening van de nieuwe lokalen, waar al sinds 2020 kinderen met een psychologische kwetsbaarheid terecht kunnen.
De drie afdelingen bevinden zich op dezelfde verdieping en staan onderling met elkaar in verbinding. Ze baden in het licht, zijn ruim en uitgevoerd in dezelfde tinten oranje, groen en blauw. Sommige zalen, zoals ‘psychomotoriek’ en ‘welzijn’, zijn gemeenschappelijk. Het bezoek vond plaats in aanwezigheid van de drie sprekers. Een ruime delegatie luisterde aandachtig naar de toelichtingen van Prof. Delvenne en haar teams.
De afdeling Kinderpsychiatrisch Ziekenhuisverblijf
De afdeling Kinderpsychiatrisch Ziekenhuisverblijf is in het Brusselse netwerk BRUSTAR geïntegreerd met 2 crisisbedden. Deze afdeling behandelt 15 jongeren van 8 tot 14 jaar die aan ernstige psychopathologieën lijden (pogingen tot zelfdoding, post-traumatische toestanden, vroege eetstoornissen, eerste psychotische decompensatie, zware depressie, …). De 600 m² van deze afdeling zijn ingericht en georganiseerd met het oog op stimulering van warme groepsactiviteit, met specifieke zones voor de vele therapeutische workshops die het team organiseert, zithoek, gemeenschappelijke keuken voor de jongeren, maar ook ruimtes waar ze zich kunnen afzonderen, hun ouders ontvangen of individuele gesprekken voeren met de zorgverleners. Er is een klas van de ‘Ecole Robert Dubois’ zodat de jongeren hun onderwijstraject kunnen voortzetten, en er is een zintuiglijke ruimte om te kalmeren en tot rust te komen in angstmomenten. Dankzij de implementering van de ‘Geweldloos Verzet’-methode in het verzorgingsteam komen situaties van extreme spanning nauwelijks nog voor. Op die manier werken we ook mee aan een welwillende aanpak in overleg met de ouders aan wie deze methode wordt voorgesteld. De jongeren genieten ook van een ruim en beveiligd buitenterras dat werd ingericht voor hun activiteiten, met als doel tegen de lente ook een moestuintje op te zetten.
Het verzorgingsteam koestert nog vele plannen om het therapeutisch arsenaal in deze nieuwe lokalisatie te versterken: multimedia-ateliers met gaming en virtual reality in zorgcontext; educatieve stappen naar gezondheid; sensibilisering voor de uitdagingen van de cybercultuur en sociale netwerken; workshops rond welzijn, body en beeld; maar ook werken aan een multifamiliale aanpak voor steun aan de ouders en met de patiënten/partners-ervaringen.
De UPBB-afdeling: afdeling voor ouders en baby
Het dagverblijf voor ouders en baby onthaalt 5 tot 8 kinderen van 0 tot 2,5 jaar (samen met hun ouders) met problemen in de vroege hechtingsontwikkeling, storingen in hun ontwikkeling of symptomen zoals eet- of slaapstoornissen. De nieuwe infrastructuur is geordend rond een grote ‘appartement’-ruimte. Ze biedt het kind – in interactie met zijn ouders – een nieuwe start wat warme levensruimtes aangaat: maaltijden, verzorging, spel of ontspanning, slaapruimte. Deze aanpak ondersteunt het ouderschap en de ontwikkeling van de baby, vooral met behulp van videogesprekken (individueel en/of in groep), workshops psychomotoriek en spel.
De afdelingen van de dienst kinderpsychiatrie hanteren de ‘Snoezel’-zorgmethode in een zintuiglijke omgeving die gericht is op bevordering van communicatie, ontspanning en zintuiglijk-motorische ontdekking. Deze techniek versterkt het welzijn en het interne veiligheidsgevoel van het kind. Dit bevordert ontmoeting, hechting en vertrouwen, en leidt vervolgens tot kalmering en mildering van gedragsstoornissen.
De APPI-afdeling
De APPI-afdeling (APPI = ‘Autisme – Prise en charge Précoce Individualisée’ of ‘Autisme – vroegtijdige persoonlijke aanpak’) onthaalt sinds 2015 kinderen van 18 maanden tot 3 jaar met vroegtijdige communicatiestoornissen die een stoornis in het autismespectrum doen vermoeden. De nieuwe lokalen zijn ontworpen voor deze intensieve therapie die steunt op spel, met een behandelingsvisie die geënt is op de ESDM-methode (Early Start Denver Model) waarbij de kwaliteit van de relatie en de motivatie van het kind centraal staan. Het APPI-project is uniek in België. Geïndividualiseerde zorgdoelstellingen worden opgesteld, gedeeld met de ouders en weer aangepast aan de ontwikkeling van het kind; ze evolueren op basis van geregelde evaluaties van de diverse competentiedomeinen van het kind en zijn omgeving. Andere interventiemethodes worden gebruikt volgens de specifieke behoeften van elk kind, bijv. PECS (picture exchange communication system) of relationele psychomotoriek. Het team verzorgt geregeld ook interventies aan huis en in de andere onthaalmilieus (kinderopvang, peutertuin, school), met een competentieoverdracht naar de families maar ook naar opvang en school. Het kind wordt zo spoedig mogelijk opnieuw geïntegreerd in zijn omgeving.
Sofia Douieb (met de steun van de persbericht van UKZKF)
LEES OOK :