Nieuws

20 km door Brussel: hardlopen voor een goed doel, wat een geweldig idee!

Woensdag 5 juni 2024 was het Global Running Day en in mei vond het grootste sportevenement van België plaats: de 20 km door Brussel. Deze jaarlijkse inclusieve uitdaging brengt lopers van alle leeftijden en niveaus samen. Het doel: hardlopen voor jezelf, voor je gezondheid en welzijn, voor een goed doel, maar voor sommigen ook voor en met anderen die het alleen niet zouden kunnen. Daarom doet de vzw Cap’s mee die, net als andere verenigingen, heeft besloten een hardloopteam samen te stellen om sport voor personen met een handicap te promoten.

Zicht vanuit golf 3, vlak voor de start – Foto: Samuel Walheer

Je dokter zal het kunnen beamen: sporten is goed voor je gezondheid. Hardlopen en wandelen, afhankelijk van je mogelijkheden en je lichaam, zijn activiteiten waarvoor je heel weinig uitrusting nodig hebt. Buiten geschikte kleding heb je vooral motivatie nodig. Want 20 km kun je natuurlijk niet zomaar afleggen. Je hoeft maar door een park in Brussel te wandelen om te beseffen hoe populair hardlopen is. Ten slotte kan je het op elke leeftijd en op elk moment van de dag doen. Op zondag 26 mei 2024 trok de 44e editie van het evenement een recordaantal deelnemers. Iets meer dan 45.000 deelnemers gingen de straat op in Brussel, en 809 teams vertegenwoordigden vol trots een vereniging of bedrijf, om geld in te zamelen of gewoon om een goed doel te promoten.

Aan de finish van de 20 km door Brussel – Foto: vzw Cap’s

Samen staan we sterker!

Een van de vele verenigingen die zich inzetten voor sport voor personen met een handicap en die aanwezig waren op de 20 km door Brussel was de vzw Cap’s. Het team van Hospichild ontmoette Gaëlle Metens, Ornella Thys en Marine Jacmin, de drie oprichters van de vereniging. Hier zijn de redenen waarom deze drie logopedisten besloten deel te nemen aan dit sportevenement: “Het idee om deel te nemen aan de 20 km door Brussel kwam bij ons op toen we daar elk jaar andere verenigingen zagen. We dachten dat wij er ook eens aan konden meedoen. Daarnaast zijn er nog veel andere redenen waarom we besloten hebben ons in te schrijven: om kinderen met een handicap te betrekken bij een publiek evenement, om het bewustzijn over handicaps onder hardlopers te vergroten en om onze vzw meer bekendheid te geven. De lopers die de kinderen met een handicap tijdens de wedstrijd begeleidden, vertelden ons na afloop hoe blij ze waren dat ze met hen hadden kunnen communiceren en dat hun kijk op handicaps sinds die dag totaal was veranderd.” De ervaring was een groot succes, zowel op professioneel en sportief als op menselijk vlak. Dat blijkt uit de feedback van de deelnemers: “Het meest emotionele moment was toen we samen over de finish kwamen, hand in hand met de kinderen, die uit hun buggy gestapt waren. De feedback van de ouders was hartelijk en ze waren zo trots en blij om hun kinderen te zien deelnemen aan het evenement.” De vereniging is van plan om dit initiatief volgend jaar te herhalen, opnieuw kinderen de kans te geven om deel te nemen en natuurlijk om sport voor personen met een handicap te promoten.

Neem contact op met de vzw Cap’s.

Cap’s, een toegewijde vereniging

Deelnemers voor de 20 km door Brussel – Foto: vzw

De vzw Cap’s werd opgericht in september 2023 en is een centrum dat zich inzet voor de gezondheid, ontwikkeling, vrije tijd en inclusie van kinderen en jongeren met een handicap (verworven neurologische/ontwikkelingsstoornis, genetisch syndroom en/of verstandelijke beperking). Het centrum biedt ook therapie en begeleiding aan diezelfde kinderen en jongeren. Voor Gaëlle Metens, Ornella Thys en Marine Jacmin was het hoog tijd om het voortouw te nemen en een multidisciplinaire ruimte te ontwikkelen: “We hebben het centrum Cap’s opgericht omdat er in Brussel geen dergelijk centrum bestond. De gespecialiseerde diensten zijn verzadigd en de hoge kosten van de therapeutische zorg worden gedragen door de gezinnen. Daarom wilden we hulp bieden aan alle ouders die een kind hebben met complexe behoeften en die moeite hebben om hulp te vinden in de reguliere particuliere centra.” Cap’s beschikt over een kinderarts, vier kinesisten, zes logopedisten, twee neuropsychologen, een diëtist, enz., waardoor het gespecialiseerde interdisciplinaire consultaties op één locatie kan aanbieden. De vzw werd opgericht als reactie op het gebrek aan toegankelijke en inclusieve faciliteiten, maar ook om verder te gaan dan het klinische aspect en recreatieve en aangepaste activiteiten aan te bieden. “Er is leven buiten zorg en therapie. Tijdens de schoolvakanties organiseren we recreatieve programma’s met culturele en leuke uitstapjes. We hopen zo kinderen met een handicap de kans te geven om deel te nemen aan activiteiten waar gezinnen niet altijd aan durven mee te doen omdat ze vaak het gevoel hebben dat ze niet aanvaard worden en dat mensen over hen oordelen”, vertellen de drie oprichters van het project. Het was dan ook met het oog op toegankelijkheid, inclusiviteit en transdisciplinariteit dat de vzw en het centrum hun deuren openden – en wel op het Heilige-Familieplein 23 in 1200 Brussel.

 

Het Jubelpark: waar alle deelnemers van de 20 km door Brussel verzamelden – Foto: Samuel Walheer

Een beetje achtergrond

De eerste editie van de 20 km door Brussel dateert uit 1980, toen joggen langzaam opkwam. Sinds haar oprichting is de vzw S.I. Brussels Promotion (SIBP) verantwoordelijk voor het beheer van het evenement, dat op dat moment niet minder dan 4.179 lopers trok. Meer dan veertig jaar later is dat aantal vertienvoudigd, tot het punt waarop de inschrijvingen moesten worden gesloten omdat de vraag zo groot werd en de sport elk jaar blijft groeien. In de loop der jaren hebben zo’n honderd verschillende nationaliteiten deelgenomen. Doorgaans is de eerste officiële start om 9.30 uur voor de 1.500 personen met een handicap, 10.00 uur voor de eerste golf lopers en 10.50 uur voor de eerste wandelaars. De route blijft al jaren vrijwel ongewijzigd en begint bij het mythische Jubelpark, waar alle deelnemers, verenigingen en bedrijven verzamelen. Deelnemen aan deze jaarlijkse wedstrijd geeft je ook de kans om langs enkele van de beroemdste bezienswaardigheden van onze hoofdstad te lopen: de Belliardstraat, het Koninklijk Paleis, de Louizalaan, het Terkamerenbos, de Tervurenlaan en de Montgomery-rotonde, voordat je finisht bij het Jubelpark.

 

 

Samuel Walheer

LEES OOK:

Beperkingen en sport:Anneessens 25, een vereniging waar kinderen met autisme welkom zijn

handicap.brussels: het gloednieuwe platform om Brusselaars met een handicap te helpen

Numéri’cap : le nouveau projet inclusif de FratriHa ! (Franstalig artikel)

Peter of meter worden van een kind met een beperking:dat kan dankzij Famisol!

 

 

ALBaT®OS: pilootproject van UZ Brussel om de wachtlijsten voor logopedie te verkorten

De lange wachtlijsten voor logopedie zijn een bron van frustratie voor veel ouders en zorgverleners. Dit probleem, dat al lang bekend is, verhindert dat kinderen de nodige hulp op tijd ontvangen. Om dit aan te pakken, lanceert het UZ Brussel een innovatief pilootproject, gefinancierd door de Vlaamse Gemeenschapscommissie en het Agentschap Opgroeien, bedoeld om snelle en toegankelijke ondersteuning te bieden aan kinderen met taalontwikkelingsstoornissen.

In de afgelopen maanden zijn er belangrijke vorderingen gemaakt in de logopediesector. Hospichild was verheugd over het eindelijk eerlijke terugbetalingsbeleid voor logopediesessies. Maar andere problemen blijven bestaan, zoals de eindeloze wachtlijsten voor het verkrijgen van zorg. Om dit aan te pakken, heeft het Centrum voor Ontwikkelingsstoornissen van het UZ Brussel het project ALBaT®OS onthuld, dat tot doel heeft “Alternatieve Leervormen en Begeleidingstrajecten aanreiken voor het Remediëren van kinderen met een taalontwikkelingsstoornis in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest”. Taalontwikkelingsstoornissen, die ongeveer 7% van de kinderen treffen, vertragen en veranderen de manier waarop kinderen taal begrijpen en gebruiken. Dit probleem is vooral uitgesproken bij meertalige kinderen, die zowel moeite hebben met het leren van hun moedertaal als de taal die op school wordt gesproken.

Een pilootproject gepland voor de herfst van 2024

Het pilootproject start in de herfst van 2024. Ellen Van Den Heuvel, projectcoördinator, legt uit: “Concreet zullen Nederlandstalige logopedisten in Brussel een programma starten in twee Nederlandstalige scholen. Dit programma is bedoeld om kinderen met taalontwikkelingsstoornissen te helpen en ouders praktische tools te bieden om de taalontwikkeling van hun kinderen te ondersteunen. Het doel is om de communicatie binnen het gezin te verbeteren en frustraties te verminderen door zoveel mogelijk partners, van school tot ouders, erbij te betrekken. We organiseren sessies in samenwerking met logopedisten in de scholen om ondersteuning dicht bij de gezinnen en zo toegankelijk mogelijk te bieden. We hopen zo op korte termijn een alternatief of aanvullende ondersteuning te bieden naast de individuele sessies.”

ALBaT®OS symboliseert samenwerking en uitwisseling

ALBaT®OS lijkt op een metafoor, die de samenwerking en de uitwisseling van expertise binnen het netwerk illustreert om effectieve werkmethoden te ontwikkelen. Aan het einde van deze trajecten in december zal hun effectiviteit worden geëvalueerd om te bepalen of dit project kan worden uitgebreid en de ondersteuning van kinderen met taalontwikkelingsstoornissen kan verbeteren, evenals de wachtlijsten voor logopedie kan verkorten.

Beperkingen van vertragingen bij individuele logopedische behandeling

Eva Cloet, directeur van het Centrum voor Ontwikkelingsstoornissen van het UZ Brussel, voegt toe: “Door een breed toegankelijk en wetenschappelijk onderbouwd traject te ontwikkelen, proberen we de ontwikkelingskansen die verloren gaan door een late start van de individuele logopedische behandeling te beperken. Het ALBaT®OS-project helpt de logopedisten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest om korte en alternatieve therapeutische opties te verkennen, zoals groepsaanpak, oudercoaching en intensieve ouder-kind trajecten.” Dit project biedt dus een sprankje hoop voor veel gezinnen en zorgverleners in Brussel door innovatieve en toegankelijke oplossingen te bieden voor een langdurig probleem.

 

LEES OOK:

Handicap en inclusie: hoe ziet de toekomst op de arbeidsmarkt eruit?

Kinderen met een handicap zijn potentiële toekomstige werknemers op de arbeidsmarkt. Dat is hoe dan ook de mening van hun ouders, die hen begeleiden en het beste voor hen hopen. Hoe kunnen we hen in de tussentijd voorbereiden en hun inclusie bevorderen? Uit een recente studie op initiatief van de Koning Boudewijnstichting blijkt dat de meerderheid van de mensen met een handicap vindt dat hun inclusie op de werkvloer ontoereikend is.

De werkgelegenheidsgraad van mensen met een handicap in België bedraagt slechts 41,1%, een van de laagste percentages in Europa. De resultaten van de studie op vraag van de Koning Boudewijnstichting tonen duidelijk aan dat die bevolkingsgroep zich niet goed voelt op de arbeidsmarkt en hoe weinig rekening er met hen wordt gehouden. De conclusie is duidelijk: er is te veel onverschilligheid en te weinig ruimte voor verschillen. Als we handicaps willen destigmatiseren, moeten we komaf maken met vooroordelen. Een handicap kan immers een troef zijn, naast andere vaardigheden die de professionele toekomst van de werknemers van morgen kunnen verrijken en verzekeren.

{Persbericht van de Koning Boudewijnstichting over het thema sociale rechtvaardigheid en armoede.}

Als onderdeel van de acties die de Koning Boudewijnstichting neemt voor de inclusie van personen met een handicap in de samenleving, wilde de stichting beter begrijpen hoe zij zich verhouden tot werk. Het bureau Indiville is gespecialiseerd in dit type onderzoek en heeft maar liefst 1.028 deelnemers uit Brussel, Wallonië en Vlaanderen bevraagd. Onder hen waren zowel mensen met lichamelijke beperkingen als personen met geestelijke gezondheidsproblemen of chronische ziekten. Bovendien werd het onderzoek aangevuld met een tiental individuele interviews. De resultaten zijn dus gebaseerd op de ervaringen van de rechtstreekse betrokkenen en bieden niet alleen een nauwkeurig beeld van de arbeidsmarkt, maar ook informatie over financiële tegemoetkomingen en de erkenning van handicaps. Ze werden op dinsdag 30 april voorgesteld aan de minister die bevoegd is voor personen met een handicap en de minister die bevoegd is voor de werkgelegenheid, in het kader van het evenement “De werkgelegenheid van werknemers met een handicap – welke zichtbaarheid bij werkgevers en vakbondsactivisten” dat plaatsvindt in de kantoren van de FOD Werkgelegenheid.

Te weinig informatie over financiële tegemoetkomingen

Ten eerste leert de studie ons dat meer dan 30% van de ondervraagden geen financiële tegemoetkoming ontvangen voor hun handicap of niet weten of ze er een krijgen. 37% van hen weten niet waar ze die tegemoetkoming kunnen aanvragen, wat bewijst dat er een enorme informatiekloof is voor mensen met een handicap. Daarnaast twijfelt 63% van de respondenten of ze alle hulp krijgen waar ze recht op hebben – voor respondenten met een laag opleidingsniveau stijgt dat aandeel tot 76%. Die hulp wordt echter als essentieel beschouwd: voor 82% is die cruciaal om de eindjes aan elkaar te kunnen knopen.

De meest kwetsbaren informeren is uiterst belangrijk

Als een handicap erkend is, blijft er vaak onduidelijkheid bestaan over de stabiliteit van de financiële tegemoetkoming, vooral op het gebied van werk: krijgt wie een job heeft minder of helemaal geen tegemoetkoming meer? De respondenten met een hoog opleidingsniveau zijn het best geïnformeerd. Dat benadrukt hoe belangrijk het is om elke bewustmakingsactie prioritair te richten op de meest kwetsbaren. Bovendien vinden experts op het gebied van handicaps dat de administratieve definities van handicaps over het algemeen te eng zijn, te veel focussen op het onvermogen om te werken en te weinig op inclusie. Dat draagt ertoe bij dat de identiteit van een individu herleid wordt tot zijn of haar handicap.

Obstakels voor tewerkstelling

Voor veel mensen met een handicap is werken een manier om zichzelf te ontplooien, zich nuttig te voelen en sociale banden te creëren. Sommigen voelen druk van familie, vrienden of de samenleving om te werken, terwijl anderen koste wat het kost inclusie via werk willen, zelfs als ze zo veel druk leggen op zichzelf. Overigens verkiest 44% van de bevraagde personen vrijwilligerswerk, wat minder druk met zich meebrengt. Daarnaast vindt 67% dat hun aanwerving een meerwaarde zou vormen voor de arbeidsmarkt (bedrijven, verenigingen, overheden), op voorwaarde dat hun werk erkend wordt en dat werkgevers meer moeite doen voor hun inclusie.

Hoe maken we komaf met vooroordelen?

Om een sollicitatiegesprek te krijgen en een geschikte job te vinden, moeten mensen met een handicap het hoofd bieden aan zowel concurrentie als vooroordelen en discriminatie. De overgrote meerderheid (65%) van de respondenten is ervan overtuigd dat iemand zonder handicap tijdens een selectieprocedure altijd de voorkeur krijgt boven een persoon met een handicap. Alle respondenten willen dat hun vaardigheden zonder vooroordelen worden verwelkomd in een inclusieve omgeving. 75% vindt dat werkgevers meer aangemoedigd moeten worden om mensen met een handicap aan te werven en beter geïnformeerd moeten worden over de behoeften van die specifieke groep. De deelnemers aan de bevraging verwachten vooral aanpassingen aan hun werkplek en taken en willen dat er een groter verschil is tussen hun loon en de tegemoetkomingen die ze krijgen. Daarnaast vinden ze dat arbeidsbemiddelaars te algemeen te werk gaan en te weinig weten over de specifieke behoeften van mensen met een handicap.

Acties voor meer inclusie

De resultaten van de studie en de getuigenissen van de respondenten brengen een aantal zaken aan het licht. Op basis daarvan kunnen verschillende acties worden beschouwd om de inclusie te bevorderen van mensen met een handicap op de arbeidsmarkt en, meer in het algemeen, in de samenleving. Die acties zijn, onder andere, zorgen voor een betere toegang tot informatie over tegemoetkomingen en aanpassingsverplichtingen op het werk. Verder moet het administratieve kader minder stigmatiserend worden en meer gericht zijn op inclusie en vaardigheden in plaats van op het onvermogen om te werken. Van werkgevers moeten er grotere inspanningen gevraagd worden om de inclusiedoelstelling van 3% te halen voor mensen met een handicap en om taken en werkplekken aan te passen. Bovendien moet het verschil tussen een loon en de financiële tegemoetkomingen vergroten. Tot slot moet de stigmatisering van handicaps in de samenleving worden tegengaan.

 

Gedeeld door Samuel Walheer

LEES OOK:

handicap.brussels: het gloednieuwe platform om Brusselaars met een handicap te helpen

Het is zover, het nieuwe platform handicap.brussels is sinds deze maand online! Dat project is het resultaat van een nauwe samenwerking tussen de dienst PHARE (FGC) en Iriscare (Vivalis). Het doel van die site is om het leven van mensen met een handicap te vereenvoudigen door, ongeacht hun leeftijd, aan hun behoeften te helpen voldoen. Het platform centraliseert de nodige informatie rond specifieke hulp of bepaalde diensten en maakt die vooral toegankelijker.

handicap.brussels werd gecreëerd met en voor mensen met een handicap en hun naasten. Het platform is niet alleen beschikbaar in het Frans en het Nederlands, maar ook in gebarentaal voor mensen met gehoorproblemen en in eenvoudige taal om mensen met begripsmoeilijkheden te helpen. De meeste links op de site naar organisaties en verenigingen komen uit de databank van Sociaal Brussel, een project ontwikkeld door het Observatorium voor Gezondheid en Welzijn van de GGC.

→ Ontdek handicap.brussels

 

Een echt onmisbaar platform

Het is belangrijk om te weten dat mensen met een handicap hun hele leven lang waarschijnlijk een beroep zullen moeten doen op een heel arsenaal van verenigingen en organisaties om aan hun behoeften te voldoen. Het kan onder andere gaan om de gemeente waar de aanvrager woont, de dienst PHARE, Vivalis, Actiris, de FOD Sociale Zekerheid en privé-instanties zoals ziekenfondsen en vele gesubsidieerde verenigingen. Maar waar begin je en hoe voorkom je dat je door de bomen het bos niet ziet? Gelukkig hebben twee instellingen, de FGC en de GGC, zich over die kwestie gebogen – na een onderzoek naar de behoeften van mensen met een handicap dat in 2022 op hun gezamenlijke vraag is uitgevoerd. Ze hebben een platform gecreëerd dat een leemte in het Brusselse landschap opvult: handicap.brussels.

Gecentraliseerde, toegankelijke en actuele informatie

Het platform biedt in de eerste plaats informatie over en verwijzingen naar de verschillende hulpmiddelen en diensten die worden georganiseerd door de overheden in Brussel (met uitzondering van het aanbod van het Vlaamse Gewest). De website is bijzonder overzichtelijk. De toegankelijkheid is dan ook een van de sterke punten van dit platform. De informatie is volgens twaalf thema’s ingedeeld. Die omvatten de erkenning van handicaps, school en onderwijs, dagopvang en ondersteuning voor naasten. Tot slot kunnen we op het platform lezen dat “de medewerkers van handicap.brussels ervoor zorgen dat de inhoud dagelijks wordt bijgewerkt om de meest betrouwbare en volledige informatie te kunnen bieden.” Want: “De organisatie van hulpmiddelen voor personen met een handicap door overheidsinstellingen evolueert constant: wetgeving verandert, bevoegdheden worden ‘overgedragen’, enz. Ook op het niveau van particuliere organisaties is er steeds verandering: verenigingen ontstaan, fuseren, verhuizen, verdwijnen, veranderen van domein, enz.”

Samuel Walheer

LEES OOK: 

Therapeutisch en betoverend: de geheimen achter de schilderijen van “Les Clefs d’Elise”

Elise is een autodidactische schilder. Met haar project “Les Clefs d’Elise” hoopt ze de therapeutische deugden van kunst in het algemeen en van schilderkunst in het bijzonder over te brengen en te verspreiden. Sinds kort zijn haar doeken en muur- en plafondschilderingen te zien in zorginstellingen, omringd door kwetsbare mensen die des te ontvankelijker zijn voor schoonheid. Hospichild wilde graag zelf de schoonheid en helende kracht van kunst ervaren en ging naar Cité Sérine, een centrum voor therapeutisch verblijf, waar Elise de laatste hand legde aan haar nieuwste kleurrijke en betoverende plafondschildering. 

©Sofia Douieb

 

Toen ik de kamer binnenkwam – een gewone badkamer – viel het kunstwerk niet meteen op. Elise zei me omhoog te kijken en ik kon me alleen maar verwonderen over alle kleuren en glinsteringen. “Om het schilderij beter te kunnen zien, zou je op de grond moeten gaan liggen, maar ik neem aan dat dat niet echt gepast is”, zei ze. “Waarom niet?”, antwoordde ik terwijl ik op de koude tegels ging liggen. “Ik wil het kunstwerk op de best mogelijke manier ervaren.” Zodra ik op de grond lag, deed Elise het grote licht uit, zodat er alleen een blauwachtige ledlamp overbleef. Toen schitterde de fluorescerende verf en was het alsof ik naar de bodem van de oceaan werd gezogen. Elise kwam naast me liggen en zo ging het gesprek verder, met onze blik gericht op de plafondschildering, alsof we gehypnotiseerd waren.

Vertel me meer over deze plafondschildering en haar geheimen…

“Voordat ik een schildering maak, ga ik eerst rond in het hele gebouw en de ruimtes om te bepalen waar ik mijn kleuren ga aanbrengen. In Cité Sérine leek het plafond van deze badkamer me ideaal, hoewel het voor mij de eerste keer was dat ik  naar boven moest kijken tijdens het schilderen. Ik ging op de grond liggen, zoals wij nu, en de inspiratie kwam geleidelijk, want ik weet nooit wat ik ga schilderen totdat ik begin. Deze twee lichtpunten deden me denken aan yin en yang in de vorm van vissen, die zwemmen in het midden van de oceaan … Dus ging ik aan de slag, en begon met het blauwe water. Toen ik in de winkel was, nog voordat ik aan de plafondschildering was begonnen en zelfs nog niet wist wat ik ging schilderen, werd mijn aandacht vooral getrokken door een pakje glitters, naast de fluorescerende verf die ik gewoonlijk koop . Glitter bleek erg handig om de visschubben te maken, ik lijmde de pailletten een voor een op het plafond. Het gebeurt allemaal heel intuïtief en is vaak zelfs voor mij een raadsel. Sterker nog, ik ben er steeds meer van overtuigd dat het werk al elders bestaat, nog voordat het gerealiseerd wordt.

Ik vang eenvoudigweg de energie op en laat die door me heen stromen: ik vertaal wat ik voel in concrete vormen. Je moet kunnen loslaten en niet te veel vragen stellen.”

Wat is je achtergrond? Heb je een artistieke of andere opleiding?

©Sofia Douieb

“Ik heb geen artistieke opleiding, maar wel levenservaring. Ik ben altijd op zoek geweest naar betekenis: wie ben ik ben en hoe leid ik mijn leven in deze wereld. Ik heb me vaak, indirect en onbewust, tot kunst gewend als mijn eigen vorm van therapie. Ik heb veel toneel gespeeld, theater heeft een grote therapeutische werking. Daarvoor heb ik een traditioneler carrièrepad doorlopen: ik studeerde communicatie en werkte bij een bank. Maar ik wist altijd al dat ik daar niet thuishoorde, zonder echt te weten wat ik dan wel wilde doen. Totdat ik ontdekte dat ik met mijn schilderijen iets krachtigs kon overbrengen en dat het mijn missie zou worden om kunst te maken en met anderen te delen.”

Wanneer besefte je dat je kunst therapeutische effecten had?

“Deze zomer heb ik een aantal schilderworkshops gevolgd en plots werd het glashelder hoe ik het creatieve proces kon loslaten. Sindsdien begin ik met een leeg doek en laat ik me leiden, met fluorescerende verf. Ik realiseerde me dat die gevoelsmatige en ‘eenvoudige’ manier van schilderen een kristallisatie van energie kon opwekken die ik vervolgens kon doorgeven. Toen ik dat doorhad, wilde ik mijn intuïtie testen door mijn werk voor het eerst tentoon te stellen en zo een groter publiek te bereiken. Dat had een duidelijke impact: op dat moment zag ik de kracht van kunst. Er waren bijvoorbeeld mensen die gestresseerd en gespannen de tentoonstellingsruimte binnenkwamen en weer weggingen met een rustiger gevoel, en kinderen bij wie alles binnenkwam en die zich lieten meevaren. Maar natuurlijk waren er ook anderen die veel rationeler en gesloten waren.

Na die tentoonstellingen besefte ik dat ik mijn doelgroep moest veranderen. Mijn kunst was niet specifiek bedoeld om op de traditionele manier verkocht te worden, maar eerder als therapeutisch hulpmiddel voor mensen die gevoeliger, ontvankelijker en kwetsbaarder zijn om hen te kalmeren en te helpen.” Dat is de kracht van mijn kunst, daar ben ik nu van overtuigd.

Je bent onlangs begonnen met muurschilderingen in zorgcentra. Hoe verloopt dat en welke reacties krijg je?

“Tot nu toe verloopt alles super goed! Hier bij Cité Sérine vertelde Caroline Henrioul, de coördinator, me bijvoorbeeld dat het werk in het echt nog mooier was dan in haar verbeelding of op de foto’s.”

Cité Sérine en de activiteiten die er aangeboden worden, werden al eerder toegelicht in een artikel op de website van Hospichild. Lees het hier. Coördinator Caroline Henrioul reageerde ook op Elises plafondschildering: “Aan het begin van de week durfde niemand te gaan kijken, maar toen deden steeds meer nieuwsgierige teamleden en bewoners dat toch, en ze waren allemaal erg enthousiast. De badkamer komt tot leven, en de rust en het licht die de plafondschildering brengt, zijn een echte toegevoegde waarde. Het project sluit perfect aan bij onze wens om meer welzijnsactiviteiten aan te bieden in Cité Sérine.” 

 

“Tijdens de dagen dat ik aan de plafondschildering heb gewerkt, heb ik veel uitgesproken enthousiaste en verraste feedback gekregen. De reacties kunnen nog indrukwekkender zijn, afhankelijk van het publiek. Ik heb bijvoorbeeld een werk gemaakt in een rusthuis, namelijk meer bepaald een tehuis voor mensen die aan dementie lijden, waar een oude dame die al maanden niet meer had gesproken voor mijn muurschildering stopte en zei: “Wauw!” Alle zorgassistenten waren stomverbaasd en kwamen naar me toe om over het wonder te vertellen. Bij Dynam’Autes, dat buitenschoolse activiteiten voor autistische kinderen biedt, heb ik mijn allereerste muurschildering gemaakt die vooral op twee kinderen een rustgevend effect had (net als het ontspannende effect van snoezelruimtes op kinderen). Tot slot heb ik in een nieuw multidisciplinair centrum voor autisme, Zigzag, een doek beschilderd en er een ledzaklamp bijgegeven waarmee je met de fluorescerende verf kan spelen. Dat is erg leuk en de kinderen zijn er dol op.”

‘Les Clefs d’Elise’ biedt ook intuïtieve schilderworkshops aan. Vertel me er alles over!

“Na verloop van tijd en door mijn levenservaring”, schrijft Elise op haar website,“heb ik begrepen hoe krachtig artistieke creativiteit kan zijn om verandering op gang te brengen als we dat toelaten. Ik heb kunst ook vaak op een therapeutische manier gebruikt op mijn eigen levenspad. Zo heb ik geleerd hoe ik dat kan doorgeven. Ik geef workshops in, onder andere, verenigingen, diensten, rusthuizen en bedrijven om bewoners, medewerkers, patiënten, leden en anderen te laten experimenteren met gevoelsmatig schilderen voor hun eigen persoonlijke ontwikkeling. Ik laat ze beginnen met een leeg doek en laat ze hun intuïtie en creativiteit volgen. Ik luister naar hen om ze te begeleiden en een thema te geven dat ze kunnen volgen. Het enige dat zij hoeven te doen is hun gevoel volgen.”

→  Hier vind je meer informatie over de intuïtieve schilderworkshops van Elise

 

Na een moment van stilte en reflectie stonden we op om langzaam onze cocon te verlaten en terug te keren naar de realiteit. Ongeveer twintig minuten lang had ik me laten meenemen in een droomachtige, onzichtbare wereld vol kleuren, op de bodem van de oceaan. Ik was volledig ontspannen.

 

Tekst en foto’s: Sofia Douieb

 

Les Clefs d’Elise

→ Website

→ Instagrampagina

 

 

 

 

LEES OOK: