Het ‘klein verlet’, dat wordt toegekend bij het overlijden van een kind, bedraagt vandaag slechts drie dagen. Catherine Fonck, federaal kamerlid voor CDH, diende onlangs een tekst in met het oog op het verlengen van die periode tot tien dagen. Dit initiatief pikt in op de hevige debatten die momenteel in Frankrijk gevoerd worden over dit onderwerp.
Een ‘misvatting’, zo gaf de Franse regering onlangs toe in verband met het verwerpen (door LREM, de partij van Macron) van een wetsvoorstel om het wettelijke verlof bij het overlijden van een minderjarig kind op te trekken van vijf tot twaalf dagen. Dat verzet, ingegeven door de mening dat het initiatief ‘de ondernemingen zou straffen’, werd door de bevolking en de andere partijen aangevoeld als choquerend. Het protest dwong de uitvoerende macht om de beslissing terug te draaien en nieuw overleg aan te kondigen. In België gaat het zelfs niet om vijf, maar om drie dagen verlof voor de getroffen ouders. Daarom maakte kamerlid Catherine Fonck dankbaar gebruik van de media-aandacht om ook bij ons de kat de bel aan te binden.
Wat voorziet de wet?
In België is het klein verlet een verlof dat wordt toegekend bij bepaalde gebeurtenissen, het recht op een korte periode van afwezigheid omwille van familiale omstandigheden, zoals het overlijden van een naaste.
- Het verlet bedraagt drie dagen (te kiezen tijdens de periode die begint op de dag van het overlijden en eindigt op de dag van de begrafenis) indien de overledene het kind is van de werknemer of zijn/haar echtgeno(o)t(e).
- Het verlet bedraagt twee dagen (te kiezen tijdens de periode die begint op de dag van het overlijden en eindigt op de dag van de begrafenis) indien het gaat om een broer, zus, kleinkind, achterkleinkind die/dat bij de werknemer inwoont.
- Gaat het om een broer, zus, kleinkind, achterkleinkind die/dat niet bij de werknemer inwoont, dan blijft het verlof beperkt tot de dag van de begrafenis.
In La Libre stelt Catherine Fonck dat drie dagen absoluut niet volstaan: “Als je een naaste verliest, zijn drie dagen zó voorbij. Je hebt nauwelijks de tijd om het papierwerk en de uitvaart te regelen, en dan moet je alweer aan het werk. Zo kan je de slag niet verwerken.”
Van drie naar tien dagen?
Om die reden diende het federale kamerlid in oktober 2019 een tekst in, met het verzoek het verlet te verlengen van drie tot tien dagen (de drie eerste dagen blijven ten laste van de werkgever, voor de volgende zeven dagen zou er een tussenkomst zijn van de ziekteverzekering).
Nu de discussie in volle hevigheid woedt bij onze zuiderburen, wil ze de kwestie opnieuw onder de aandacht brengen: “Het is belangrijk dat de werknemer wat tijd voor zichzelf kan nemen. Na de begrafenis komt de ouder plots in een zwart gat terecht. Sommigen zijn dan liever op het werk dan alleen thuis, maar anderen moeten even afstand kunnen nemen om te rouwen. Die kans moeten we hen geven. Laat ons getuigen van wat menselijkheid.”
Van ziekteverlof tot toegestaan en erkend verlof?
Het spreekt vanzelf dat veel rouwende ouders het niet bij drie dagen houden. Vaak raadplegen ze hun arts om een attest van ziekte te verkrijgen en thuis te kunnen beginnen rouwen. Maar volgens het kamerlid zou deze vaak voorkomende vorm van ziekteverlof gewoon moeten toegestaan en erkend worden: “Het is ook in het belang van de onderneming dat de werknemer de sleutelmomenten in zijn leven in goede omstandigheden kan meemaken: een geboorte, een overlijden, een ernstig ziek kind… In Frankrijk gingen de werkgevers in elk geval al akkoord met het rouwverlof.”