Nieuws

Hospichild blijft bereikbaar… op afstand

Dag iedereen,

Wij hopen dat jullie in goede gezondheid zijn nu dat er in België maatregelen gelden om de verspreiding van het nieuwe coronavirus Covid-19 te beperken.

Tot en met 5 april vervolgt ons team, via thuiswerk, de onderhoud van het onlineplatform Hospichild en het schrijven van nieuwsartikelen. Jullie kunnen het team contacteren via het formulier specifiek gemaakt hiervoor.

De website https://www.info-coronavirus.be/nlvan de FOD Gezondheidszorg biedt jullie meer informatie en aanbevelingen. De berichtgeving over de ontwikkelingen van de epidemie wordt up-to-date gehouden.

De gezondheidsprofessionals en zorgverleners kunnen meer informatie vinden op de drietalige website die werd opgesteld door het Brussels Gewest met hulpmiddelen, omzendbrieven, toolboxen en faq’s: https://coronavirus.brussels

Solidaire groeten,

Het team Hospichild

Eerste nationale sensibiliseringscampagne rond palliatieve zorg

“Palliatieve zorg verbetert de levenskwaliteit van ongeneeslijk zieke mensen en hun naasten, zeker wanneer men er tijdig een beroep op doet”, dat is de boodschap die de drie nationale federaties voor palliatieve zorg (Brusselse Federatie voor Palliatieve en Continue Zorg, Federatie Palliatieve Zorg Vlaanderen en Fédération Wallonne des Soins Palliatifs) willen doorgeven met hun eerste nationale communicatiecampagne, om dit onderwerp uit de taboesfeer te halen.

De campagne werd ‘Zorg en zoveel meer’ gedoopt en loopt van 2 tot 30 maart 2020. Het voornaamste doel? Een positiever beeld creëren van palliatieve zorg en zo bijdragen aan het beperken van de zinloze en inefficiënte behandelingen in de laatste levensfase, en dit vanuit het oogpunt van de patiënt (inefficiëntie + verminderde levenskwaliteit) als van de maatschappij (oneigenlijke uitgaven). Om zoveel mogelijk mensen te bereiken worden diverse communicatiekanalen ingezet: affiches, brochures, website, radiospots, video’s op sociale media (waaronder een over pediatrische palliatieve zorg).

Informeren om inzicht te verschaffen

Het opzetten van een dergelijke campagne in België is nodig om het grote publiek een betere kijk te verschaffen op wat palliatieve zorg is (iedereen kan er ooit mee te maken krijgen) en om aan te tonen dat PZ niet beperkt blijft tot het levenseinde, maar ook gericht is op de levenskwaliteit van de patiënten en hun omgeving. Precies daarom zal u binnenkort slogans kunnen lezen op affiches of horen in radio- en tv-spots, die focussen op de kleine geneugten’ van het leven, veeleer dan op de dood.

Zorg en zoveel meer

De website bij deze campagne (www.zorgenzoveelmeer.be) omvat heel wat informatie, video’s, nuttige adressen… Er staat onder meer te lezen: “Palliatieve zorg verbetert de levenskwaliteit van ongeneeslijk zieke mensen en hun naasten, zodat ze ondanks de ziekte nog zo veel mogelijk van het leven kunnen genieten, tot het einde. Het gaat om een gepersonaliseerde begeleiding die vertrekt vanuit de wensen en behoeften van de patiënt en diens omgeving en om een multidisciplinaire aanpak die aandacht heeft voor het lichamelijke, psychologische, sociale en spirituele welzijn.”

Een recht voor iedereen, ongeacht de leeftijd

Naast die informatie vermeldt de website ook verschillende definities van PZ, zoals “de persoon staat centraal, niet de ziekte”, “ondersteuning voor de hele omgeving”, “vroeg starten is beter”… En wanneer we het Hospichild-thema van het zieke kind aanraken: “een recht voor iedereen, ongeacht de leeftijd, ziekte en levensverwachting”. Daaronder staat: “Er bestaan specifieke pediatrische programma’s voor de opvang van ernstig zieke kinderen, met het oog op een betere levenskwaliteit voor de kinderen en ondersteuning voor hun ouders bij de zorg en de rouw.

 

Meer weten? www.zorgenzoveelmeer.be

Meer lezen? Pediatrische palliatieve zorgen op de agenda van het Parlement van de Franstalige Brusselaars

De Iris Ziekenhuizen Zuid verkrijgen opnieuw het ‘Babyvriendelijk Ziekenhuis’ label

De Iris Ziekenhuizen Zuid worden voor de vierde keer op rij bekroond tot ‘Babyvriendelijk ziekenhuis’ (BFHI). Dit kwaliteitslabel wordt toegekend door de WGO en UNICEF. Het verzekert een hoog kwalitatieve zorg en ondersteuning van moeders en pasgeborenen. 

In Brussel verkregen slechts vijf materniteiten dit label: UMC Sint-Pieter, de Iris Ziekenhuizen Zuid, UKZKF, Erasmus Ziekenhuis en Kliniek Sint-Jan. De Iris Ziekenhuizen Zuid en UMC Sint-Pieter waren de eersten in 2006. Dat houdt in dat ze sindsdien onafgebroken werk maken van een betere zorg en communicatie naar de toekomstige ouders.

LIJST MET DE 28 BELGISCHE ZIEKENHUIZEN MET BFHI-LABEL (2020)

 

Criteria om het label te behalen

Om het BFHI-label te verkrijgen (en voor 4 jaar te behouden), moet een materniteit vanzelfsprekend beantwoorden aan welomlijnde criteria:

  • toepassing van de Tien Vuistregels ,10 sleutelpunten om het succes van borstvoeding te bevorderen, te promoten en optimaal te begeleiden ;
  • de fysieke en psychische behoeften van de moeders tijdens de arbeid en de bevalling respecteren, Mother Friendly care ;
  • de gezinnen beschermen tegen alle commerciële invloeden wat zuigelingenvoeding betreft, en dit overeenkomstig de Internationale Gedragscode voor het op de markt brengen van vervangingsmiddelen voor moedermelk.

Continue inspanningen

Concreet – en specifiek in de Iris Ziekenhuizen Zuid – wordt er voldaan aan de criteria via diverse initiatieven van de pool moeder/kind. Op hun website vertelt Tamara Dedecker, vroedvrouw-coördinatrice perinataliteit in de Iris Ziekenhuizen Zuid: De inkorting van de verblijfsduur op de materniteit heeft ons ertoe verplicht innovatief voor de dag te komen om de kwalitatieve begeleiding verder te garanderen. Er moest vooral op prenataal vlak ingegrepen worden.” En ze vervolgt: “Toekomstige mama’s genieten niet enkel een medische opvolging van hun zwangerschap, maar samen met hun partner kunnen ze ook de door het multidisciplinaire team voorgestelde infoavonden bijwonen.” Elke week organiseren vroedvrouwen, pediatrisch verpleegkundigen, kinesitherapeuten en kinderartsen sessies over uiteenlopende thema’s: de bevalling, de eerste levensdagen van de baby, terug naar huis, borstvoeding, of nog, onvoorziene omstandigheden met de baby. Daarbij gaat ook bijzondere aandacht uit naar de papa’s. De ziekenhuisprofessionals verzekeren ten slotte de aangepaste opvolging van het gezin thuis. En als meest recente project “Wij hopen workshops over babybad te kunnen voorstellen. Een vaak terugkerende vraag van de mama’s…”.

Overlijden van een kind: het ‘verlet’ wordt misschien verlengd

Het ‘klein verlet’, dat wordt toegekend bij het overlijden van een kind, bedraagt vandaag slechts drie dagen. Catherine Fonck, federaal kamerlid voor CDH, diende onlangs een tekst in met het oog op het verlengen van die periode tot tien dagen. Dit initiatief pikt in op de hevige debatten die momenteel in Frankrijk gevoerd worden over dit onderwerp.

Een ‘misvatting’, zo gaf de Franse regering onlangs toe in verband met het verwerpen (door LREM, de partij van Macron) van een wetsvoorstel om het wettelijke verlof bij het overlijden van een minderjarig kind op te trekken van vijf tot twaalf dagen. Dat verzet, ingegeven door de mening dat het initiatief ‘de ondernemingen zou straffen’, werd door de bevolking en de andere partijen aangevoeld als choquerend. Het protest dwong de uitvoerende macht om de beslissing terug te draaien en nieuw overleg aan te kondigen. In België gaat het zelfs niet om vijf, maar om drie dagen verlof voor de getroffen ouders. Daarom maakte kamerlid Catherine Fonck dankbaar gebruik van de media-aandacht om ook bij ons de kat de bel aan te binden.

Wat voorziet de wet?

In België is het klein verlet een verlof dat wordt toegekend bij bepaalde gebeurtenissen, het recht op een korte periode van afwezigheid omwille van familiale omstandigheden, zoals het overlijden van een naaste.

  • Het verlet bedraagt drie dagen (te kiezen tijdens de periode die begint op de dag van het overlijden en eindigt op de dag van de begrafenis) indien de overledene het kind is van de werknemer of zijn/haar echtgeno(o)t(e).
  • Het verlet bedraagt twee dagen (te kiezen tijdens de periode die begint op de dag van het overlijden en eindigt op de dag van de begrafenis) indien het gaat om een broer, zus, kleinkind, achterkleinkind die/dat bij de werknemer inwoont.
  • Gaat het om een broer, zus, kleinkind, achterkleinkind die/dat niet bij de werknemer inwoont, dan blijft het verlof beperkt tot de dag van de begrafenis.

In La Libre stelt Catherine Fonck dat drie dagen absoluut niet volstaan: “Als je een naaste verliest, zijn drie dagen zó voorbij. Je hebt nauwelijks de tijd om het papierwerk en de uitvaart te regelen, en dan moet je alweer aan het werk. Zo kan je de slag niet verwerken.”

Van drie naar tien dagen?

Om die reden diende het federale kamerlid in oktober 2019 een tekst in, met het verzoek het verlet te verlengen van drie tot tien dagen (de drie eerste dagen blijven ten laste van de werkgever, voor de volgende zeven dagen zou er een tussenkomst zijn van de ziekteverzekering).

Nu de discussie in volle hevigheid woedt bij onze zuiderburen, wil ze de kwestie opnieuw onder de aandacht brengen: “Het is belangrijk dat de werknemer wat tijd voor zichzelf kan nemen. Na de begrafenis komt de ouder plots in een zwart gat terecht. Sommigen zijn dan liever op het werk dan alleen thuis, maar anderen moeten even afstand kunnen nemen om te rouwen. Die kans moeten we hen geven. Laat ons getuigen van wat menselijkheid.”

Van ziekteverlof tot toegestaan en erkend verlof?

Het spreekt vanzelf dat veel rouwende ouders het niet bij drie dagen houden. Vaak raadplegen ze hun arts om een attest van ziekte te verkrijgen en thuis te kunnen beginnen rouwen. Maar volgens het kamerlid zou deze vaak voorkomende vorm van ziekteverlof gewoon moeten toegestaan en erkend worden: “Het is ook in het belang van de onderneming dat de werknemer de sleutelmomenten in zijn leven in goede omstandigheden kan meemaken: een geboorte, een overlijden, een ernstig ziek kind… In Frankrijk gingen de werkgevers in elk geval al akkoord met het rouwverlof.”

Mentale gezondheid: naar een betere overgang van jongere naar volwassene

Het beter voorspellen van de evolutie van de mentale gezondheid van jongeren die de volwassen leeftijd bereiken, dat is de doelstelling van twee universitaire leerstoelen ‘Psychiatry in Transition’. Die werden onlangs voorgesteld aan het grote publiek. De ene aan de KULeuven is Nederlandstalig (‘Youth in Transition : Mental Health in a Challenging Period’). De andere is Franstalig (‘Psychiatrie de Transition dans un Monde en Transition’) en kwam er op initiatief van het Universitair Kinderziekenhuis Koningin Fabiola, het Erasmusziekenhuis, het Universitair Ziekenhuis Brugmann en de Dienst voor Geestelijke Gezondheidszorg van de ULB.

De beide academische structuren hopen snel interdisciplinaire onderzoeksprojecten op het getouw te zetten dankzij de 600.000 euro steun per vier jaar en per leerstoel, toegekend door het Julie Rensonfonds, het Koningin Fabiolafonds en de Koning Boudewijnstichting. Het doel? De resultaten vertalen naar het vakgebied, maar ook onderwijs en kennis delen betreffende overgangspsychiatrie, een vakgebied op het kruispunt van de zorg in de kinder- en volwassenenpsychiatrie. Een innovatieve aanpak, zowel inhoudelijk als formeel.

“Naar schatting“10% van de jongerenpopulatie zal ernstige aandoeningen ontwikkelen”

Prof. Delvenne, hoofd van de afdeling kinderpsychiatrie van het UKZKF en houder van de leerstoel voor de ULB, zegt in een recent persbericht dat er dringend transitieoplossingen moeten gevonden worden voor jongeren die risico’s lopen op volwassen leeftijd: “Momenteel wordt geschat dat in België 10% van de jongerenpopulatie ernstige aandoeningen zal ontwikkelen. Naar schatting zou ook 5% van de bevolking nood hebben aan een interventie. Transitie is een belangrijk maatschappelijk thema.”

Diverse doelstellingen: meer inzicht in de behoeften, betere zorg, innoveren, informeren…  

 Het doel van de leerstoel aan de ULB is drievoudig :

  • Het beter begrijpen van de behoeften van jongeren tijdens de meest kwetsbare periode van hun leven, in de late adolescentie en de vroege volwassenheid;
  • Om de onderbreking in de continuïteit van de zorg en de ondersteuning van de klinische afdelingen voor kinderen, jongeren en volwassenen, te compenseren;
  • Innoveren in de zorg voor jongeren, aangepast aan hun levensfase en aan de huidige tijd.

Voor de nieuwe leerstoel aan de KULeuven wijken de doelstellingen lichtjes af, al blijft er een duidelijke link:

  • Meer kennis vergaren over de ontwikkeling van mentale gezondheidsproblemen en de weerbaarheid van jongeren;
  • De huidige zorg verbeteren door hem beter aan te passen aan hun levensstijl;
  • De organisatie van de zorg bij jongeren optimaliseren: welke hindernissen ontmoeten ze op hun weg? Welke verbeteringen stellen ze voor?
  • Informatietools voor jongeren, hun gezin, de betrokken organisaties en de zorgverstrekkers ontwikkelen.

Actie-onderzoek methodologie

In eerste instantie zullen de teams aspecten identificeren die kunnen bijdragen tot de psychopathologie tijdens de overgangsleeftijd, maar ook de elementen die aantonen dat een jongere de zorg zal moeten verderzetten om de juiste ondersteuning beter te plannen. In dit kader zullen onderzoekers (kinder)psychiaters verschillende groepen jongeren (tussen 17 en 20 jaar) ontmoeten die op zoek zijn naar psychiatrische of psychologische hulp, al dan niet afhankelijk van de jeugdzorg, en zullen ze verschillende psychologische, emotionele en sociale kenmerken beoordelen, evenals hun levensgeschiedenis, cognitieve capaciteiten en leervermogen, verslavingen, enz… Zij zullen gedurende twee à vier jaren opgevolgd worden op gebied van sociale integratie en autonomie, maar ook op gebied van een eventuele vraag naar psychiatrische zorg. Op basis van dit onderzoek zullen onderwijs- en kennisuitwisselingsactiviteiten worden ontwikkeld. Daarnaast zal preventieve bijstand worden voorgesteld of andere specifieke interventies voor jongeren en hun gezinnen om de overgang van de zorg te dekken.

Innoveren voor een betere opvolging en kwaliteit van de opvang van jongeren in de overgang

Ook op het gebied van onderzoek is de vorm van dit project innovatief. “Het is een paradigmaverschuiving in het onderzoek. Deze in actie verankerde methodiekkeuze zal ons hopelijk helpen om zowel onze kennis, onze methoden, onze systemen als onze resultaten op het gebied van de kwaliteit van de zorg en de begeleiding van jongeren in transitie uit te breiden. Deze invalshoek maakt het mogelijk om verder te gaan dan de psychiatrische pathologie en na te denken over de invloed van psychologisch welzijn op hun toekomstige volwassenheid. Het in kaart brengen van risicofactoren maakt het mogelijk om nieuwe wegen voor te stellen; en met een degelijk mechanisme voor het delen van kennis tussen professionals en communicatie met families, denken we zelfs de ontwikkeling van meer acute pathologieën bij bepaalde patiënten te kunnen voorkomen,” legt Prof. Delvenne uit.

Ook bij de KUL staat innovatie centraal, want daar zal men gebruik maken van virtual reality bij het onderzoek. Dit om de ontwikkeling van psychopathologische aandoeningen in de overgangsperiode positief te beïnvloeden, of zelfs te voorkomen.

 

Een Franstalig symposium ‘Quels Soins Psy pour la Transition?’ wordt georganiseerd op de campus van de Faculté de Médecine van de ULB en het Erasmus Ziekenhuis op 15 mei 2020 met alle Franstalige partners.