Nieuws

‘Keep contact’, een nieuwe app om een kind in het ziekenhuis te volgen

Binnenkort kunnen ouders elke stap van de ziekenhuisopname van hun kind live volgen via de smartphone! De ‘Keep contact’-app werd gezamenlijk ontwikkeld door de Franse vzw ‘Les P’tits doudous’ en studenten vanCentraleSupélec Paris. Hij is weldra beschikbaar in Frankrijk en België.  

De oprichter van de vereniging ‘Les P’tits doudous’ stond Ouest France te woord: “Het principe is eenvoudig: er wordt een QR-code in een felle kleur en zonder persoonlijke gegevens toegekend aan het kind en zijn familie. Een lid van het zorgteam scant de code bij elke stap. Je moet enkel de app gewoon downloaden en dan kan je de berichtjes ontvangen.”

Live berichten op de smartphone van de ouders…

Dergelijke berichtjes kunnen bijvoorbeeld zijn: “Uw kind verliet de kamer en ging naar de wachtzaal”. En dan: “Uw kind is opgenomen in de operatiezaal voor zijn ingreep”. En uiteindelijk: “Uw kind is ontwaakt”. Eigenlijk zijn het eerder meldingen dan persoonlijke berichten. De ouders ontvangen ze automatisch zodra iemand van het zorgteam de QR-code scant.

…om hun onzekerheid en ongerustheid te verhelpen

De vzw wil met dit initiatief in de eerste plaats een beetje gemoedsrust schenken aan de naasten. Zij ontvangen de informatie in real time, waar ze zich ook bevinden: thuis, in de ziekenhuisgang, terwijl ze boodschappen doen… Dat kan de gebruikelijke ongerustheid bij de naasten sterk temperen.

Een initiatief van ‘Les P’titis doudous’

De ‘Keep contact’-app is een Frans initiatief dat momenteel uitsluitend wordt getest in het UZC van Rennes. Maar ‘Les P’tits doudous’, de vereniging die aan de wieg stond van de app, zegt dat hij weldra ook beschikbaar zal zijn in enkele Belgische ziekenhuizen met antennes van de vzw.

 

LEES OOK

De Kamer keurt de verlenging van het vaderschapsverlof goed

Op 8 december keurde de Kamercommissie Sociale Zaken de verlenging van het vaderschapsverlof goed. Begin november zette de Ministerraad ook al het licht op groen, en dus wordt het geboorteverlof voor vaders vanaf januari 2021 officieel opgetrokken van 10 naar 15 dagen. In 2023 komen daar nogmaals 5 dagen bij.

Zodra het verlengde verlof van toepassing is, kunnen de jonge vaders of meemoeders het flexibel opnemen: ofwel vanaf de geboorte van het kind, ofwel in de vier maanden na de bevalling. Er gelden wel nog steeds enkele beperkingen voor sommige werknemers en voor adoptieouders. Dat is het minpunt van de regeling.

Verlengd verlof, maar niet voor iedereen

De meeste actoren en politici beschouwen de maatregel als een belangrijke stap vooruit naar meer gelijkheid tussen de ouders. Toch betreuren sommigen, onder wie cdH-afgevaardigde Catherine Fonck, het feit dat de verlenging niet geldt voor alle werknemersstatuten. Zo werden de adoptieouders over het hoofd gezien. Daarover verklaarde zij: “Het zou onaanvaardbaar zijn dat sommige vaders en meemoeders vanaf 1 januari 2021 genieten van een verlengd geboorteverlof, maar sommige andere ouders niet, zoals de interimarissen, maar ook de federale (onderwijzers enz) en de lokale ambtenaren. (…) De regering weigert om de adoptieouders mee op te nemen in dit wetsvoorstel voor de verlenging van het vaderschapsverlof.”

Laatste rechte lijn voor de toepassing

Voor hij van toepassing is, moet de maatregel volgende week nog worden bekrachtigd tijdens de plenaire zitting voor de goedkeuring van de programmawet met de begrotingsopmaak 2021 van de Vivaldi-regering. Een formaliteit.

Campagne over de hoogdringendheid van het versterken van de pediatrische palliatieve zorgen

“Een ziek kind is eerst en vooral een kind”, zo luidt de slogan van de nieuwe campagne van de Brusselse Federatie voor Palliatieve en Continue Zorgen (BFPZ). Die wordt op 20 november (internationale dag van de rechten van het kind) gelanceerd met de steun van Hospichild. Het doel: ervoor zorgen dat ernstig zieke kinderen meer een beroep kunnen doen op deze specifieke pediatrische zorg, die vandaag nog onvoldoende bekend (en geliefd) is.

In het Brussels Gewest krijgt slechts 1,7% van de ernstig zieke kinderen palliatieve zorg. Een verwaarloosbaar klein getal, dat dringend omhoog moet, want deze specifieke zorgverlening verbetert de levenskwaliteit en het welzijn van de patiëntjes en hun gezin aanzienlijk. Bovendien stellen de WHO en de Raad van Europa dat “elk kind recht heeft op kwalitatieve zorg, aangepast aan zijn situatie”.

In het persbericht van de BFPZ (hieronder) staan er enkele toelichtingen om vooroordelen en misvattingen over pediatrische palliatieve zorgen uit de wereld te helpen.

Waarom palliatieve zorg specifiek voor kinderen?

De pediatrische palliatieve zorg streeft dezelfde doelen na als de palliatieve zorg voor volwassenen, maar heel wat elementen maken het complexer. En net dat geeft de pediatrische palliatieve zorg haar eigen aard.

Ze is gericht op kinderen van alle leeftijden, van de geboorte tot 18 jaar, en kan soms meerdere jaren duren. De teams passen zich aan de verschillende ontwikkelingsfasen van het kind aan. Daarom wordt alles wat ‘pit aan het leven’ geeft, actief nagestreefd, zowel in schoolse activiteiten als in de vrije tijd en projecten die leuk en zinvol zijn.

In veel gevallen worden ouders de zorgverleners van hun kind. We moeten erover waken dat ook zij momenten krijgen om even tot rust te komen, zodat ze niet lichamelijk en geestelijk uitgeput raken.

De intense emoties die komen kijken bij een kind dat aan een potentieel dodelijke ziekte lijdt, hebben een weerslag op het hele gezin en bij uitbreiding de familie (ouders, grootouders, broers, zussen, enzovoort). De behoefte aan ondersteuning gaat voor hen ook na het overlijden door.

Slechts 1,7% van de ernstig zieke kinderen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest krijgt palliatieve zorg.

Een recente studie (de étude FBSP-IRSS UCLouvain, 2018) heeft aangetoond dat, over een periode van 5 jaar, slechts 1,7% van de 4500 kinderen die aan een complexe, chronische ziekte leden en opgenomen waren in een ziekenhuis in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, opgevolgd werd door een pediatrisch team. Uit deze studie blijkt dus duidelijk dat heel wat kinderen die pediatrische palliatieve zorg zouden kunnen krijgen, niet gevonden worden en dat er dus ook niet aan hun behoeften wordt tegemoetgekomen.

Is pediatrische palliatieve zorg niet te duur?

Een studie heeft het tegendeel aangetoond. Pediatrische palliatieve zorg kan een grote besparing betekenen voor de gezondheidszorg, omdat er veel minder een beroep wordt gedaan op de spoeddiensten en de duur van de ziekenhuisopname korter wordt.

Vragen zonder gevolg

We moeten in de allereerste plaats de pediatrische palliatieve zorg erkennen en kenbaar maken. De drie Belgische federaties voor palliatieve zorg vragen om het aanbod in België uit te breiden, de bestaande teams te versterken en in te zetten op multidisciplinariteit binnen deze teams.

Deze vragen werden al in 2019 overgemaakt aan de Kamer, maar het debat hierover is uiteindelijk uitgesteld. De problemen blijven echter brandend actueel.

Palliatieve zorg is veel meer dan alleen maar zorg

De drie federaties verenigen de krachten en lanceren een nationale informatie- en sensibiliseringscampagne om onze kijk op palliatieve zorg te veranderen. Ze leggen hierbij de klemtoon op pediatrische palliatieve zorg.

Op de website staan getuigenissen en is heel wat informatie over palliatieve zorg, die vaak niet gekend is, te vinden: www.zorgenzoveelmeer.be

 

LEES OOK

Teleconsultaties: een goede aanvulling bij fysieke raadplegingen, behalve voor kleine kinderen

De ziekenfondsen van ons land maakten op woensdag 7 oktober en met de steun van het RIZIV de resultaten bekend van een grootschalige enquête. Ze peilden naar de ervaringen van patiënten die tijdens de lockdown-periode een beroep deden op teleconsultaties. Kunnen we dit systeem behouden? Het antwoord luidt over het algemeen ‘ja’, mits enkele aanpassingen…

Eveneens op 7 oktober gingen bij het RIZIV de gesprekken van start over de toekomst van de raadplegingen op afstand. In overeenstemming met de verzamelde antwoorden van de enquête, zou men tot volgende afspraken moeten komen: “De teleconsultaties moeten een aanvulling blijven vormen bij de fysieke raadplegingen. Ze lenen zich in het bijzonder voor administratieve kwesties of voor de opvolging van bestaande aandoeningen. De patiënten moeten ook over voldoende informatie, technische ondersteuning en een beveiligd platform beschikken.” Daaraan zouden we kunnen toevoegen dat het systeem niet geschikt is voor kleine kinderen, omdat die hun pijn niet of nauwelijks kunnen verwoorden.

Voornaamste resultaten

Er werd volop gebruik gemaakt van deze raadplegingen op afstand. Volgens het Covid-19-monitoringrapport van het RIZIV werden tussen maart en mei 2020 ruim 3,8 miljoen teleconsultaties gefactureerd. 8.000 aangesloten leden vulden de vragenlijst in, die werd verspreid door de Belgische ziekenfondsen. Bijna 5.500 vragenlijsten werden weerhouden na  het toepassen van filters. Het leeuwendeel van de antwoorden handelde over de teleconsultatie van een huisarts (78 %), gevolgd door een specialist (11 %), een psychiater (4 %) en een psycholoog (3 %). Meer dan driekwart van de bevraagde personen bleken (zeer) tevreden over de raadplegingen op afstand tijdens de lockdown. Maar wanneer men vraagt naar de toekomst van teleconsultaties, zijn ze nogal terughoudend. Voor 80 % blijft een fysieke raadpleging het meest wenselijk en voor 62 % moeten raadplegingen op afstand eerder uitzondering dan regel blijven.

Wat met de raadplegingen op afstand bij kinderen?

178 mensen (ofwel 3 %) beantwoordden de enquête in naam van hun kind. Daaruit blijkt dat teleconsultaties voor hen veel moeilijker zijn. Een ouder: “Dit is niet vanzelfsprekend met een zieke baby. Als volwassene kan je uiten wat je voelt, welke symptomen je ervaart enz, maar voor een baby ligt dat moeilijker. Gelukkig hebben we drie kinderen. De ervaring leert ons hoe we zaken kunnen inschatten. Maar met mijn eerste kind zou ik weinig gehad hebben aan een raadpleging op afstand. Wat de logopedie betreft verliep alles goed, daar gaat het om de opvolging van een onafgebroken proces. De logopedist en het kind kenden elkaar al.”  

→ Lees het verslag van de enquête

Handycab, de nieuwe app die het vervoer van mensen met een beperkte mobiliteit gemakkelijk maakt

Het Handycab-platform voor het vervoer van personen met een beperkte mobiliteit bundelt het volledige aanbod van aangepaste taxi’s. Vandaag zijn reeds een dertigtal voertuigen aangesloten en op termijn mikt Handycab op een honderdtal leden in het Brusselse.

Personen met een beperkte mobiliteit kunnen via de app met een enkele klik of een oproep naar het nummer 02 315 31 00 een aangepaste taxi bestellen. Leuk detail: alle aangesloten chauffeurs volgden een opleiding ‘vervoer en veiligheid’ op maat van personen met een beperkte mobiliteit.

Ter herinnering: er bestaan tal van vervoersmogelijkheden voor mensen met een beperking of een ernstige ziekte.

DRINGEND VERVOER

Bij medische noodgevallen kunt u het hiervoor bestemde gratis nummer bellen: 100 (of 112, bereikbaar in alle EU-landen). Een erkende ambulance (of helikopter indien nodig) brengt u naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis.

De meeste ziekenfondsen voorzien een tegemoetkoming a rato van 50% op de factuur van een ambulancedienst.

Het bedrag voor vervoer per ambulance is bepaald door de FOD Volksgezondheid. Dit zijn de tarieven voor het jaar 2018:

• Forfaitair bedrag voor de eerste 10 km: 64,37 EUR.
• Vanaf de 11de km tot en met de 20ste km: 6,43 EUR per km.
• Vanaf de 21ste km: 4,92 EUR per km.
• Elektroden voor een automatische externe defibrillator: een paar kost 61,10 EUR.

Er wordt ook een tegemoetkoming toegekend wanneer de patiënt met de helikopter vervoerd wordt. Kosten voor de MUG (Mobiele Urgentiegroep) kunnen in geen geval aangerekend worden aan de patiënt.

De vervoerskosten voor een prematuur kind worden gedekt door de verplichte ziekteverzekering (VZV).

→ Meer info op de RIZIV-website

NIET-DRINGEND VERVOER

Onder niet-dringend vervoer verstaan we het vervoer van een zieke naar een medische consultatie, van en naar het ziekenhuis, van het ene ziekenhuis naar het andere voor een onderzoek of radiotherapie, naar een revalidatiecentrum of hersteloord… Dergelijk vervoer vergt een aangepast voertuig, maar doorgaans minder uitgerust dan een ambulance voor dringend vervoer. Het vervoer kan gebeuren door private ondernemingen, het Rode Kruis (105), ziekenfondsen, verengingen…

De tarieven voor dit vervoer lopen sterk uiteen, aangezien er in het Brussels Gewest (in tegenstelling tot Wallonië) nog geen regeling is voorzien.

→ Niet-dringend vervoer kiezen: hier

Het ziekenfonds voorziet onder bepaalde voorwaarden een tegemoetkoming in de vervoerskosten van rolstoelpatiënten van een naar een gespecialiseerd of revalidatiecentrum.

→ Aangepast vervoer voor rolstoelpatiënten kiezen: hier

De reiskosten voor kinderen opgevolgd in een revalidatiecentrum en de reiskosten voor kankerpatiënten kunnen ook deels vergoed worden door de verplichte ziekteverzekering ten belope van €0,25 per km.

SOCIAL VERVOER

Mensen met een beperkte mobiliteit, ziekte of beperking kunnen een beroep doen op sociaal vervoer om deel te nemen aan sociale activiteiten of in het kader van een medische verplaatsing. De gemeentediensten en verschillende Brusselse vzw’s bieden uiteenlopende mogelijkheden aan.

Enkel aangepast vervoer van mensen met een erkende handicap valt onder de regelgeving van de ‘dienstencheques’.

 Vervoer om sociale redenen kiezen: hier