Nieuws

Geestelijke gezondheid: Onafhankelijke Ziekenfondsen focussen op de impact van Covid op jongeren

Covid beheerst ons leven nu al bijna twee jaar. Met meer schadelijke gevolgen voor de geestelijke gezondheid van bepaalde categorieën mensen, waaronder jongeren. Tijdens het symposium “Ik was 20 in 2020” van de Onafhankelijke Ziekenfondsen, dat begin december online is uitgezonden, hebben veel jongeren, deskundigen of actoren uit het veld zich kunnen uitspreken over de soms desastreuze gevolgen van de pandemie. Het verslag. 

Namen deel aan dit 100% digitale symposium, waaraan minstens 350 mensen hebben deelgenomen:

  • Dr. Hans Kluge, directeur van WHO Health Europe
  • Frank Vandenbroucke, minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
  • Xavier Brenez, directeur-generaal van het Onafhankelijk Ziekenfonds
  • Prof. Dr. Véronique Delvenne, kinder- en jeugdpsychiater, hoofd van de dienst kinderpsychiatrie aan de HUDERF, hoogleraar kinder- en jeugdpsychiatrie aan de ULB
  • Prof. Dr. Ronny Bruffaerts, psycholoog, doctor in de medische wetenschappen, professor in de psychiatrie aan de KULeuven
  • Eveline Couck, Public Affairs Officer UNICEF

“De gevolgen kunnen een leven lang duren als er niet snel oplossingen worden gevonden”

De eerste gastspreker Dr. Hans Kluge, directeur van de WHO Health for Europe, bracht een aantal tamelijk verontrustende gevolgen van Covid voor jongeren naar voren: een daling van 17% van het (verklaard) geestelijk welzijn, een toename van de werkloosheid, meer armoede en delinquentie, een hoger risico van vroegtijdig overlijden… Dit is een impact met vele factoren, die volgens Kluge een leven lang kan duren als er niet snel oplossingen worden gevonden. “We moeten de visie op geestelijke gezondheid veranderen voor een beter gemeenschappelijk begrip en de krachten tussen sectoren bundelen!” De WHO heeft alleszins oplossingen bedacht: jongeren betrekken bij de oprichting van een alliantie, de hand reiken aan innoverende oplossingsinitiatieven, een nieuw Europees kader inzake geestelijke gezondheid creëren, scholen en universiteiten oproepen om het sociaal-emotioneel leren te verbeteren, een coalitie voor geestelijke gezondheid oprichten om goede praktijken uit te wisselen…

Een bezorgde Minister van Volksgezondheid

Toen kwam de vooraf opgenomen toespraak van minister Frank Vandenbroucke. Hij uitte zijn diepe bezorgdheid over de situatie en sprak over de oplossingen en de middelen die sinds het begin van de crisis zijn toegewezen.

Als jongeren zich uitspreken

Er volgde een kort emotioneel intermezzo, waarin de jongeren zelf het woord namen. Vier visies voor vier verschillende ervaringen van de crisis. Sommigen hebben zich erbij neergelegd, anderen hebben bijna zelfmoord gepleegd. “Ik heb een klein foutje gemaakt; ik heb veel drugs tegelijk genomen…”, bekende een meisje, dat eraan toevoegde dat men niet bang moest zijn om met een professional over zijn problemen te praten. Een andere jongen daarentegen voelde zich niet echt benauwd, maar vernam van mensen om hem heen dat ze het niet goed stelden. “Ik voelde echt een impact op mijn geestelijke gezondheid, want ik voelde me helemaal niet op mijn gemak met mezelf”, zei een andere jongere.

Aan het eind van het symposium, tijdens het debat, reageerde Loredana, lid van de jongerenraad in de regering, op de videoclips: “Ik herkende mezelf echt en ik heb veel empathie voor hen. Ik ging ook door verschillende stemmingen, maar meestal voelde ik me alleen met mijn afstandsonderwijs; ik voelde twijfels, onzekerheid, het was echt moeilijk”. Verder zei ze dat jongeren serieus moeten worden genomen en niet mogen worden gestigmatiseerd; “niet onderschatten dat wij ook lijden”.

Resultaten van de enquête bij het Onafhankelijk Ziekenfonds

Om de omvang van het probleem duidelijk te maken, liet Xavier Brenez, directeur-generaal van het Onafhankelijk Ziekenfonds, de cijfers en gegevens voor zich spreken. Enkele resultaten van de enquête die in september door het ziekenfonds werd uitgevoerd over de gevolgen van Covid voor de geestelijke gezondheid van jongeren (1.000 jongeren tussen 15 en 25 jaar werden ondervraagd): het aantal zelfmoorden is sterk gestegen (België staat nu op de 11e plaats in de wereld); 12% van de jongeren neemt slaapmiddelen; 80.000 jongeren zijn wegens geestelijke gezondheidsproblemen opgenomen in een ziekenhuis of een andere instelling; er waren 200.000 teleconsultaties met psychologen; het gebruik van antidepressiva is toegenomen; 80% van de jongeren voelde een impact op hun sociaal leven; 58% op hun geestelijke gezondheid; 48% op hun fysieke gezondheid; 40% op hun financiën; meisjes lijken er meer last van te hebben dan jongens en slikken meer antidepressiva; meer dan 1/3 heeft geaarzeld of aarzelt nog om hulp te vragen; de meesten voelen onzekerheid en onveiligheid; ze lijden onder vrijheidsberoving en eenzaamheid… Het is dus noodzakelijk deze jongeren te beschermen tegen vooroordelen en stigmatisering. Er is ook behoefte aan meer toegankelijke psychologische hulp voor jongeren (aanvragen, online follow-up, enz.), en aan een drastische verkorting van de wachttijd wanneer het hulpverleningsproces eenmaal is begonnen.

Volledig verzadigde kinderpsychiatrische spoedgevallen

Voor Prof. en Dr. Véronique Delvenne, kinder- en jeugdpsychiater, hoofd van de dienst kinderpsychiatrie aan het HUDERF en hoogleraar kinder- en jeugdpsychiatrie aan de ULB, was de piek van geestelijke gezondheidsproblemen bij jongeren voorspelbaar, maar is ze door de crisis versneld. Deze jongeren bevinden zich in een overgangsperiode tussen kindertijd en volwassenheid en dat maakt hen bijzonder kwetsbaar. Vanaf eind 2020 tot vandaag, zijn de kinderpsychiatrische spoedgevallen volledig verzadigd. In februari 2021 schreeuwde het kinderziekenhuis letterlijk om hulp bij het ministerie van Volksgezondheid; een schreeuw die gelukkig werd gehoord. Maar dit voorkomt geen ziekenhuisopnames voor verminkingen, geweld, depressie… Dr. V. Delvenne dringt er, net als Dr. Hans Kluge, op aan: “Een trauma, zelfs een licht trauma, tijdens de overgangsperiode van kindertijd naar volwassenheid, kan verergeren als het niet in een vroeg stadium wordt behandeld.”

Geestelijke gezondheid van opkomende volwassenen

Voorlaatste tussenkomst van Ronny Bruffaerts, psycholoog, doctor in de medische wetenschappen, professor in de psychiatrie aan de KULeuven. Hij had het vooral over het belang om deze jongeren in de overgangsfase passende psychologische zorg te bieden, zodat de effecten op lange termijn merkbaar zijn. In het algemeen is de kans groter dat mensen die al milde stoornissen hadden, na een crisisperiode zoals deze, ernstigere pathologieën ontwikkelen. Degenen die geen stoornissen hadden, werden toch emotioneel geraakt. Velen zijn bang voor de toekomst en hebben tegenstrijdige gevoelens over hun toekomst. Wij moeten er dus voor zorgen dat zij toegang krijgen tot de aangeboden hulp door deze zo toegankelijk mogelijk te maken.

UNICEF in actie : “What do you think ?”

Tenslotte kwam Eveline Couck, Public Affairs Officer bij UNICEF, het project “What do you think?” voorstellen, waarbij jongeren het woord nemen over allerlei onderwerpen die hen bezighouden. Natuurlijk was de pandemie een van de besproken onderwerpen. Hier is een voorbeeld van wat werd gezegd: “We moeten opener praten over geestelijke gezondheid, zodat jongeren zich niet alleen voelen, zodat het geen taboe is en zodat je niet het idee hebt dat je de enige in je omgeving bent die moeilijkheden heeft. We moeten erover kunnen praten, zodat jongeren sneller om hulp durven te vragen.” Een zin die duidelijk aansluit bij die van Loredana, een van de jongerenvertegenwoordigers in de regering.

 

Bekijk hier de herhaling van het hele symposium!

Sofia Douieb 

 

LEES OOK : 

Reportage in Cité Sérine: therapeutische accommodatie “Middle Care”

De Cité Sérine, een zorghotel voor volwassenen en kinderen aan het einde van hun leven, bestaat al 20 jaar en heeft onlangs zijn jaarlijkse open dag georganiseerd. Het doel is gezondheidswerkers in staat te stellen de instelling te (her)ontdekken en potentiële patiënten door te verwijzen die palliatieve zorg (in de ruimste zin) nodig hebben en niet in het ziekenhuis of thuis kunnen blijven. Reportage.

Cité Sérine ©Sofia Douieb

 

Achter de grote en zware deur van de Cité Sérine verschijnt Caroline Henrioul, coördinatrice en hoofdverpleegster, om beurtelings de weinige bezoekers te verwelkomen die naar de open deuren zijn gekomen van deze plaats die wordt omschreven als het Hôtel de Soins. En de naam is goed gekozen, want de hoge plafonds, het lijstwerk, de charme van het gerenoveerde oude gebouw… dit alles maakt echt indruk. Naast de drie aangrenzende zalen, die dienst doen als gemeenschappelijke salon, speelzaal, vergader- of opleidingsruimte, zijn er niet minder dan 25 studio’s ingericht in deze drie herenhuizen, die tot één geheel zijn samengevoegd. In deze studio’s komen alle leeftijden en nationaliteiten samen. Eén ding hebben ze gemeen: de behoefte aan therapeutische steun tussen ziekenhuis en thuis.

De Cité Sérine is…

Om de Cité Sérine voor te stellen, wordt Caroline Henrioul vergezeld door Caroline de Suray, maatschappelijk werkster. Met haar rug naar de bezoekers toe, bleef de deur die toegang gaf tot de prachtige tuin van het huis op een kier staan. Op het witte canvasscherm begint de diashow. Het in 2000 opgerichte en door de Cocof erkende therapeutisch verblijf, met 25 zelfstandige eenheden, biedt onderdak aan “volwassen en kinderpatiënten die lijden aan een ernstige en/of progressieve pathologie die complexe en palliatieve technische zorg vereist”. Omdat ze niet in het ziekenhuis kunnen blijven of naar huis kunnen terugkeren, kunnen ze bij Cité Sérine alle passende zorg krijgen in een warme omgeving. Dit kan “een continuüm van zorg in een palliatief ‘middenzorg’-perspectief” worden genoemd.

Caroline Henrioul, coördinator en hoofdverpleegster en Caroline de Suray, maatschappelijk werkster – Cité Sérine – ©Sofia Douieb

Van”therapeutisch onderwijs” naar palliatieve zorg

Patiënten worden in de Cité Sérine opgenomen omdat het ziekenhuis, de behandelend arts of de familie daarom heeft verzocht. Er zijn patiënten die slechts voor een kort verblijf naar de inrichting komen. Dit is om hun familieleden wat respijt te geven of om een vreedzamere overgang naar huis te maken. De coördinator gaf het voorbeeld van een moeder die erg bang was om alleen te zijn met haar ernstig zieke kind wanneer zij het ziekenhuis verliet; zij twijfelde aan zichzelf wat betreft de zorg die zij hem elke dag zou moeten geven. De Cité Sérine ontving hen om “therapeutisch onderwijs” te geven alvorens naar huis terug te keren. Een ander voorbeeld is een klein meisje dat aan mucoviscidose leed en regelmatig met spoed in het ziekenhuis werd opgenomen. De artsen begrepen niet dat de behandeling niet effectief genoeg was… Zij stuurden de moeder en dochter tijdelijk naar de Cité Sérine om het kleine meisje nauwlettend in het oog te houden. Op dat moment realiseerde het gezondheidsteam zich dat toen haar dochter beter werd, de moeder het initiatief nam om de behandeling te stoppen. Dus ook in dit geval was er “therapeutische opvoeding”. Sommige andere patiënten worden behandeld voor complexe technische verzorging. Anderen worden begeleid in het kader van de palliatieve zorg.

Interdisciplinaire ondersteuning

Studio voor adolescenten – Cité Sérine – ©Sofia Douieb

Een interdisciplinair team, zowel intern als extern, werkt samen om de patiënten te verzorgen. Om beurten binnen de instelling: verpleegkundigen die 24 uur per dag aanwezig zijn, verzorgingsassistenten, maatschappelijk assistenten, assistenten voor het dagelijks leven, vrijwilligers, familie en vrienden, verwijzende en behandelende artsen, externe partners… Zij stemmen allen in met respect voor de patiënt en het therapeutisch project dat van tevoren per geval is vastgesteld en gedurende het verblijf opnieuw wordt geëvalueerd. Elke aanvraag om toelating wordt zowel uit organisatorisch als uit financieel oogpunt persoonlijk benaderd. Er is dus geen wachtlijst.

Een echt hotel… voor de zorg

Na de presentatie gaan we naar boven om een studio en de rest van het huis te bezichtigen. Caroline Henrioul legt uit dat alle accommodaties verschillend van opzet zijn en dat zij worden toegewezen naar gelang van de autonomie van de betrokkene. De bezochte studio voor een tiener, die alleen via een trap bereikbaar is, zou bijvoorbeeld niet geschikt zijn als de patiënt een motorische handicap had. Elke kamer heeft een kleine keuken en een aangepaste badkamer. In sommige gevallen, bijvoorbeeld om kinderen te begeleiden, kan een familielid bij de patiënt blijven (zelfs in een aparte kamer als zij dat wensen). De studio’s zijn erg mooi, met hun warme inrichting en hun vrije uitzicht op een bosrijk landschap; een echt zorghotel…

Creatieve projecten en partnerschappen

Terug in de lounge, praten de twee vrouwen over huidige en toekomstige projecten. In een notendop: de oprichting en begeleiding van een team vrijwilligers, het Serre-In project (serre en participatieve moestuin om de sociale banden te vernieuwen), uitwisselingen en werkgroepen met partners (Brusano, Brusselse Federatie voor Palliatieve Zorg, enz.), de oprichting van partnerschappen met plaatselijke winkeliers en ondernemers om korte circuits en de plaatselijke economie te promoten, enz. Dit alles natuurlijk met het doel de patiënten welzijn te brengen en perspectieven voor hen te openen: sociale banden te bevorderen, talen leren, tuinieren, samen spelen, elkaar helpen…

→ Naar de website van Cité Sérine

Sofia Douieb

Het Kinderziekenhuis sensibiliseert voor de zintuiglijke ontwikkeling van vroeggeboren baby’s

(Artikel van 2019)

Zondag 17 november was de Werelddag van het Vroeggeboren Kind. Enkele dagen eerder organiseerde het Kinderziekenhuis Koningin Fabiola een sensibiliseringsdag rond dit thema. Op het programma stonden een geleid bezoek aan de dienst Intensieve Neonatale Zorgen, een zintuiglijke immersiesessie om de waarnemingen van vroeggeboren baby’s te ontdekken en stands met info over de vele vrijwilligersinitiatieven rond neonatologie (Les Câlineurs de bébés, Petite Pieuvre Sensation Cocon…)

 

10 uur ’s ochtends. Het Universitair KinderZiekenhuis Koningin Fabiola. De dag van het vroeggeboren kind begint met een bezoek aan het hart van de dienst Neonatale Intensieve Zorgen (NIC). Daar verblijven jaarlijks 300 tot 350 vroeggeboren baby’s (geboren voor 37 weken) gedurende gemiddeld 16 dagen. Er zijn 20 ‘bedden’ in de gemeenschappelijke kamer, de zorglokalen en de moeder-kindunit (Koala), die 24/24 uur beschikbaar zijn voor de ouders.

We houden halt voor een couveuse (de zorgkundigen spreken liever over een incubator), met daarrond een hele rits complexe apparaten, een onafgebroken piepgeluid, gedempt licht… Twee verpleegkundigen bekommeren zich om de kleine Hazenat (27 weken), die bijna in de omgeving lijkt te verdwijnen.

“7 tot 8 % van de kinderen wordt te vroeg geboren”

Dr. Anne-Britt Johansson, diensthoofd neonatologie, somt met gedempte stem enkele feiten over prematuriteit op: “In België komen 7 tot 8% van de baby’s te vroeg op de wereld. In 80% van de gevallen weten we dat op voorhand en kunnen de ouders zich voorbereiden. Er bestaan drie graden van prematuriteit: extreem (voor 28 weken), ernstig (tussen 28 en 32 weken) en matig (tussen 32 en 36 weken). Het aantal ernstige prematuren blijft ongeveer gelijk, maar het aantal matige prematuren is sterk gestegen, omwille van de hogere leeftijd waarop vrouwen kinderen baren.”

Multidisciplinaire opvang

“De vroeggeboren baby is op elk gebied onvoldoende ontwikkeld: hart en bloedvaten, spijsverteringstelsel, zenuwstelsel…, vervolgt dr. Johansson. “Dat vergt dus een multidisciplinaire benadering en een extreme waakzaamheid. Zo moeten we de baby bijvoorbeeld op een temperatuur van 36°C houden, een lichaamstemperatuur van 35°C kan zeer gevaarlijk zijn. Het kind kan nog niet eten en krijgt dus voeding en medicatie toegediend via mini-catheters. Extreme prematuren zoals Hazenat krijgen ook zuurstof toegediend. Wat de neurologische aspecten betreft, zijn de zintuigen nog niet ontwikkeld. Die moeten we dus maximaal beschermen.” 

Immature zintuigen

Het beschermen van de zintuigen van vroeggeboren baby’s is inderdaad essentieel, want door het feit dat die zich nog moeten ontwikkelen zijn ze zijn bijzonder gevoelig en in een permanente staat van uiterste waakzaamheid. Dankzij de workshop ‘zintuigelijke immersie om de waarnemingen van vroeggeboren baby’s te ontdekken’, die dr. Annick Le Bruin (adjunct-diensthoofd neonatologie) gaf op de gelijkvloerse verdieping, konden de deelnemers ondervinden wat de baby’s dagelijks ondergaan. Een blinddoek, zachte muziek, gedempt licht, de geur van alcohol, oorverdovend lawaai, het gevoel van een veer op het aangezicht, water op de handen… Alle zintuigen werden sterk gestimuleerd en dit werd uiteindelijk ervaren als onaangenaam. “Stel je voor wat dat moet betekenen voor een vroeggeboren kind, zegt dr. Le Bruin wanneer iedereen zijn oogmasker verwijdert. 

 

Zintuigelijke bescherming

De NIC-dienst beschikt over verschillende middelen om het overstimuleren van de zintuigen te voorkomen. Voor het zicht dempt men niet alleen het licht op de volledige afdeling, maar gebruikt men ook donker- of lichtblauwe dekens (naargelang de graad van prematuriteit) boven de couveuses.

Wat het gehoor betreft gaat een detector in de vorm van een oor rood oplichten wanneer het aantal decibels te hoog ligt. “En dat gebeurt vaak ,betreurt dr. Le Bruin. Daarom organiseert ze soms stille dagen, waar ze ouders en medewerkers vraagt om hier extra waakzaam voor te zijn. 

De tastzin is het enige zintuig dat je niet kunt afsluiten. Daarom moet men voldoende voorzorgen in acht nemen, geen bruuske bewegingen maken en ervoor zorgen dat de baby altijd in foetushouding ligt. Bij de verzorging zijn altijd twee verpleegkundigen aanwezig, de eerste voor de louter technische aspecten, de andere om het kind gerust te stellen.

Ook de geurzin krijgt aandacht. Onaangename geuren, zoals alcohol, worden maximaal vermeden en vervangen door de geur van de moeder, bijvoorbeeld door haar t-shirt in de couveuse te leggen. Anderzijds wordt huidcontact aanbevolen, zowel wat de geur als de tastzin betreft.

De vrijwilligers van de intensieve neonatologie

Iets verder in de gang op de gelijkvloerse verdieping staan een aantal stands om de initiatieven van vrijwilligers binnen de NIC voor te stellen. Vzw Petite Pieuvre Sensation Cocon wordt vertegenwoordigd door mensen die kleine inktvisjes breien om de vroeggeboren baby’s te troosten. Zij ‘spelen’ met de tentakels en hebben zo minder de neiging om aan de catheters te trekken. Bovendien stimuleert dit hun handjes. Les Câlineurs de bébés (babyknuffelaars- red) bekommeren zich om de baby’s en hun zintuigelijke ontwikkeling op momenten dat de ouders niet aanwezig kunnen zijn. (Weldra meer nieuws over deze vzw op de website van Hospichild).

Koala-unit

We keren nogmaals terug naar de NIC-dienst voor een bezoek aan de moeder-kindunit Koala met dr. Johansson. Ouders kunnen in 5 kamers met neutrale decoratie (positieve noch negatieve connotaties) bij hun kind overnachten en er onafgebroken bij blijven in een vrij intieme setting. Op medisch gebied is alles voorzien (lucht, zuurstof, CPAP, centrale catheter).

“Er is een tweeling onderweg naar onze dienst en twee verpleegkundigen zijn afwezig… Ik moet terug aan de slag, besluit het diensthoofd, die naar aanleiding van de Werelddag van het Vroeggeboren Kind een unieke inkijk gaf in haar afdeling. 

 

Thuisongevallen: de Gezinsbond zet reuzenstappen vooruit

Thuisongevallen zijn veel ernstiger en komen vaker voor dan men denkt: het is de belangrijkste oorzaak van dodelijk en invaliderende letsels, vooral bij kinderen tussen 0 en 5 jaar. Dit betekent dat jaarlijks kinderen sterven of gehandicapt worden als gevolg van vergiftiging, brandwonden of vallen in huis. Om dit zoveel mogelijk te voorkomen, trekken de Ligue des Familles en de Gezinsbond met het Reuzenhuis door België.

©Sofia Douieb

Als je dit reusachtige huis met zijn oversized meubilair binnenkomt, wekt het eerst gelach en verbazing op. Dan komt reflectie en bewustwording. Overal schuilt gevaar: een veel te hoge stoel, een veel te groot en scherp mes dat op de snijplank ligt, een strijkijzer dat kan vallen, een gigantisch rondslingerend geneesmiddel, waspoeder dat binnen handbereik ligt, een veel te diepe badkuip…

Enge virtuele ervaring

Aan de ingang van het Reuzenhuis staan audiogidsen klaar (in 6 talen!), die bij iedere gevaarlijke situatie of plaats aangeeft hoe ongelukken kunnen worden voorkomen : laat geen ongepaste voorwerpen rondslingeren, doe beschermhoesjes over de stopcontacten, laat het kind nooit alleen in bad of op het aankleedkussen, bewaar medicijnen en schoonmaakmiddelen hoog of in een kast die op slot is… Sinds dit jaar staan ook Virtual en Augmented Reality op de agenda om de ervaring nog realistischer en nog angstaanjagender te maken.

Verontrustende cijfers

De reden waarom de Ligue des Familles zo aandringt op het voorkomen van thuisongevallen, is omdat de cijfers absoluut onthutsend zijn. Zoals de Ligue opmerkt: “Uit Europese studies blijkt dat het aantal dodelijke ongevallen in en rond het huis drie keer zo hoog is als in auto’s. Thuisongevallen zijn zelfs de belangrijkste oorzaak van dodelijk en invaliderende verwondingen”.  Het Reuzenhuis bestaat al meer dan 30 jaar aan de Vlaamse kant. Voor Brussel en Wallonië is dit een primeur.

Voor wie is het Reuzenhuis bedoeld?

Bij de voorstelling van het Reuzenhuis aan professionelen in de kinderzorg zei Elke Van den Brandt, minister van Mobiliteit en Verkeersveiligheid: “Dit soort ludieke initiatieven is van groot belang om iedereen die betrokken is bij de opvoeding van een kind bewust te maken van het belang om altijd waakzaam te blijven!  Ook de vereniging Pinocchio, die de belangen en het welzijn van verbrande kinderen en adolescenten in België behartigt, was ter plaatse. De vereniging vervolledigt en draagt bij tot de preventie van thuisongevallen bij de 300.000 gezinnen met een kind dat jonger is dan 5 jaar, bij grootouders of professionelen in de kinderzorg.

→ Meer info over het evenement op de website van het Reuzenhuis
→ Het Reuzenhuis is tot april 2022 op verplaatsing in heel België

 

À LIRE AUSSI :

Overwinning voor kinderartsen bij de Raad van State: baby’s hebben weer een gezicht!

Het is officieel, en het is heel goed nieuws voor de Belgische pediatrische wereld: de Raad van State heeft het KB van 2 december 2018, betreffende de uitvoering van de wet van 19 juli 2018 die de financiering regelt als ‘forfait laagvariabele zorg voor moeder en baby’, gedeeltelijk vernietigd. Dit is een echte overwinning voor de beginselen die worden verdedigd door de Belgische Beroepsvereniging van Kinderartsen, die al bijna twee jaar voor deze zaak strijden. 

©Wavemakers

 

Ter herinnering: begin 2019 mobiliseerden de Belgische Beroepsvereniging van Kinderartsen (via de Belgische Academie voor Pediatrie en de aangesloten verenigingen) tegen de financieringswet ‘forfait laagvariabele zorg voor moeder en de baby’ van minister van volksgezondheid Maggie De Block (met onder andere de campagne “Geef ons een gezicht“). Zij hadden toen samen met de Belgische Vereniging van Artsensyndicaten beslist om tweemaal beroep aan te tekenen: enerzijds bij de Grondwettelijke Raad tegen de wet van 19/07/2018 omwille van de discriminatie van de pasgeborene en anderzijds bij de Raad van State tegen het KB dat van toepassing is vanaf 02/12/2018. Bijna twee jaar later worden hun verzuchtingen gehoord.

Discriminatie van de pasgeborene

Het probleem met de financieringswet volgens het ‘forfait laagvariabele zorg’ deed zich vooral voor op het ogenblik van een bevalling aangezien moeder en kind hetzelfde pakket deelden. Dit betekende dat eventuele complicaties van een pasgeboren baby niet werden gedekt, aangezien de baby aan zijn moeder werd gelijkgesteld en dus niet werd gezien als individu of patiënt met eigen rechten. Voor de Belgische kinderartsen stond dit gelijk aan discriminatie. Deze onrechtvaardigheid is nu rechtgezet!

Schending van het gelijkheidsbeginsel

De Raad van State heeft dus uitspraak gedaan. Zij is het met de kinderartsen eens dat voor pasgeborenen met een ernstgraad van 3 of 4 en die behoren tot de patiëntengroepen in verband met de bevalling, het risico bestaat dat het niveau van gezondheidsbescherming tijdens het verblijf van de moeder in het ziekenhuis wordt verlaagd. Door deze pasgeborenen, tijdens het verblijf van de moeder in het ziekenhuis, aan hetzelfde financieringssysteem te onderwerpen als pasgeborenen met ernstgraad 1, schendt het KB dus het gelijkheidsbeginsel. “Dit gelijkheidsbeginsel wordt zelfs twee keer geschonden”, verklaart de Groupement Belge des Pédiatres de Langue Française op haar website. “Omdat alle andere patiënten met een ernstgraad 3 of 4 zijn uitgesloten van het toepassingsgebied van de globale financiering van het prospectieve bedrag, terwijl dit niet het geval is voor pasgeborenen met een ernstgraad 3 of 4 gedurende de periode dat de moeder nog in het ziekenhuis ligt”.

 

LEES OOK :