Nieuws

Kankeronderzoek: Belgische financiers bundelen hun krachten

Zes Belgische organisaties voor kankeronderzoek gaan intensief samenwerken. Ze vormen het nieuwe netwerk Belgian Cancer Research Consortium. Ze willen zo hun werking optimaliseren en de strategische samenwerking tussen individuele onderzoekers en organisaties versterken. Dit samenwerkingsverband is een primeur voor België.

(Persbericht van Koning Boudewijnstichting)

Het Belgian Cancer Research Consortium is een initiatief van 6 filantropische en publieke organisaties die kankeronderzoek in België financieren: het Antikankerfonds, de Stichting tegen Kanker, het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekFund for Scientific Research (F.R.S.–FNRS)Kom op tegen Kanker en de Koning Boudewijnstichting.

Eerste samenwerkingsinitiatief in zijn soort

Het Belgian Cancer Research Consortium is het eerste samenwerkingsverband van deze aard voor kankeronderzoek in België.

Zijn doel is:
• Een netwerk creëren en samenwerking stimuleren in kankeronderzoek;
• Het nationale financieringslandschap beter doorgronden om meer impactvolle financiering te bekomen;
• Financiering efficiënter aanwenden;
• Een boost geven aan de internationale uitstraling van Belgisch onderzoek en Belgische onderzoekers.

Een consortium dat zich zal aansluiten bij het wereldwijde netwerk op dit gebied

Dit Belgian Cancer Research Consortium zal ook deel uitmaken van het International Cancer Research Partnership (ICRP), een wereldwijd netwerk van organisaties die kankeronderzoek financieren en die de krachten bundelen om de wereldwijde samenwerking te verbeteren. Het ICRP telt 32 partners en 156 internationale financieringsorganisaties wereldwijd, die alle informatie uitwisselen. Als deel van het ICRP zullen Belgisch onderzoek en Belgische onderzoekers veel zichtbaarder worden buiten de landsgrenzen.

Vaststelling van de behoeften om het kankeronderzoek beter te ondersteunen

Het Belgisch consortium wil een lerend netwerk zijn dat best practices deelt. Het wil niet-ingevulde behoeften op medisch vlak en op het vlak van patiënten en gemeenschappen identificeren. Het staat open voor samenwerking met andere organisaties, in België en in het buitenland.

In een eerste fase zal het consortium gegevens uitwisselen over de onderzoeken gefinancierd door alle deelnemende organisaties en deze gegevens ter beschikking stellen van onderzoekers, patiënten, patiëntenorganisaties en andere financiers van kankeronderzoek via het ICRP platform.

LEES OOK :

Schoolangst en nieuwe schooljaar: de vereniging L’Anatole ter ondersteuning

L’Anatole, een (Franstalige) vereniging die ouders van kinderen met schoolfobie ondersteunt, is in september 2020 met haar activiteiten begonnen. Aan het begin van het nieuwe schooljaar is het goed eraan te herinneren dat deze vereniging bestaat en dat zij alle nodige informatie kan verstrekken om leerlingen te helpen hun schoolfobie en de vaak desastreuze gevolgen daarvan voor hun schoolgang te overwinnen. Focus op dit nog te weinig bekende probleem met Saskia Claes, klinisch psycholoog en medeoprichter van L’Anatole.

“De naam L’Anatole’ verwijst naar een chaotische figuur uit de jazz, waarbij de noten gezamenlijk toch een soort van harmonie creëren. Wanneer een gezin te maken krijgt met schoolangst, ontstaat er een onoverzichtelijke situatie in hun leven. Dan willen wij met onze vereniging opnieuw harmonie brengen,” vertelt Saskia Claes aan Hospichild. Ze bedacht de benaming samen met maatschappelijk werker en mede-oprichter Fabienne Ellenbecker. Beiden werden of worden nog steeds geconfronteerd met de schoolangst van hun kind. Ze vonden geen hulp in Brussel en besloten dan maar om zelf de handen uit de mouwen te steken. Nu helpen ze ouders die te maken krijgen met de problematiek, die voorkomt bij 1 tot 5% van de schoolgaande jongeren.

Praatgroepen voor ouders

“Schoolangst is een onderwerp dat zelden het nieuws haalt. Het probleem is dan ook moeilijk te identificeren. Er bestaan weinig of geen specifieke hulpmiddelen en de ouders voelen zich vaak hopeloos alleen.” Daarom namen Fabienne en Saskia een jaar geleden het initiatief om de allereerste Brusselse vereniging die werkt rond schoolangst op te richten. De beste manier om ouders en naasten te begeleiden, was voor hen het opstarten van praatgroepen. Die vormen een raamwerk voor de erkenning van het probleem, het uitwisselen van hulpmiddelen, het bieden van onderlinge steun… zodat wie ermee te maken krijgt niet in de kou blijft staan. De bijeenkomsten zouden eerst aanvangen in maart, maar werden uitgesteld tot september. Vandaag kan men er elke 2de en 4de maandag van de maand zonder afspraak terecht van 19u30 tot 21u30 in de Club Norwest te Jette.

Symptomen, triggers en oplossingen

Schoolangst houdt in dat men niet naar school kan gaan en dit gaat gepaard met aanzienlijke emotionele ontreddering en vaak onverklaarbare lichamelijke symptomen. De jongere kan ook kampen met gevoelens van depressie, angsten, zelfmoordgedachten… Soms wordt hij/zij opgenomen in een kinderpsychiatrische afdeling. Bij minder ernstige vormen blijft de jongere alleen thuis tot er een oplossing wordt gevonden, zoals een verandering van school of een therapie om de trigger van het probleem op te sporen (pesten, conflict, agressieve sfeer, leerstoornis, hoogbegaafdheid, sociale fobie, faalangst, hypersensitiviteit, veranderende context, rouw, conflicten thuis…). Niet zelden wordt het schooltraject voor korte of langere tijd onderbroken. Soms komt er thuisonderwijs in de plaats in samenwerking met de school en spelen de ouders voor leerkracht, of doet men een beroep op onderwijstype 5B (Robert Dubois School).

Aanpak van schoolangst

Indien een kind plots schoolangst vertoont, moeten we het volgens Saskia niet dwingen om naar school te blijven gaan. De eerste stap is contact opnemen met de huisarts, die enkele weken rust kan voorschrijven. Dat haalt de druk van de ketel en zo komt er tijd vrij om het probleem te analyseren en een eventuele diagnose te stellen. Vervolgens kan men de school op de hoogte brengen en bekijken wat er kan gebeuren om het onderwijstraject verder te zetten. Want in tegenstelling tot vroegtijdige schoolverlaters, hebben jongeren met schoolangst wel degelijk zin om te blijven leren. Bovendien verbergen ze doorgaans niet voor hun ouders dat ze slecht in hun vel zitten en niet naar de klas gaan.

 

→ Ouders of naasten van een kind met schoolangst in het Brusselse Gewest: aarzel niet om contact op te nemen met de (Franstalige) vereniging L’Anatole via hun website www.lanatole.be, via e-mail contact@anatole.be of via het nummer 0468 479 349.

 

LEES OOK :

Naar een verlengd vaderschapsverlof indien het kind prematuur ter wereld komt?

De CD&V wil dat vaders en mee-ouders extra geboorteverlof toegekend krijgen, indien hun kind vroegtijdig geboren wordt of ernstige gezondheidsproblemen vertoont bij de geboorte. Er werd een wetsvoorstel in die zin ingediend.  

Het Vlaamse christendemocratische parlementslid Nahima Lanjri, die deel uitmaakt van de federale meerderheid, diende het wetsvoorstel in. Ze deelde dit mee op 10 augustus en verklaarde: “De pasgeborenen kinderen op de dienst neonatologie moeten vaak lange tijd verblijven in het ziekenhuis. Die lange opname van de pasgeborene maakt het vaak erg moeilijk voor de ouders om een evenwicht te vinden tussen het dagelijkse leven en de zorg voor hun gehospitaliseerd kind.” 

Moeders en vaders op voet van gelijkheid 

De moeders genieten reeds van een langer moederschapsverlof wanneer hun baby moet opgenomen worden in het ziekenhuis. Het parlementslid wil dit voordeel nu ook toekennen aan de vaders en mee-ouders bij een hospitalisatie van meer dan zeven dagen. In dat geval zou het vaderschapsverlof, dat momenteel 15 dagen bedraagt (en in 2023 verlengd wordt tot 20 dagen), evenveel dagen duren als het kind gehospitaliseerd is. Dit met een maximum van 24 weken.  

Hoe zit dat met het ouderschapsverlof in België?   

Sinds 1 januari 2021 hebben de vaders in België recht op drie weken verlof bij de geboorte van een kind, en de moeders maximum 15 weken. Een groot verschil, dat het opbouwen van een bevoorrechte relatie tussen de baby en de vader of mee-moeder bemoeilijkt. Het is tevens schadelijk voor de nodige rust van de moeder en ontwricht voor langere tijd de taakverdeling binnen het koppel. In 2023 werd het vaderschapsverlof verlengd tot 4 weken. Een mooie stap in de goede richting van een langer vaderschap/mee-ouderschapsverlof, aldus de ‘Ligue des Familles’. Maar er is nog een lange weg te gaan om ze gelijk te schakelen met het moederschapsverlof van 15 weken. 

Hoeveel kinderen worden prematuur geboren? 

In België worden elk jaar zowat 120.000 kinderen geboren. Twaalf procent van hen wordt opgenomen op de dienst neonatologie en vier procent op de afdeling intensieve neonatologie (NIC). De meeste van deze kinderen zijn prematuur geboren, dus na een zwangerschapsduur van minder dan 37 weken. Dat betekent acht procent van de geboorten in 2020. Enige tijd geleden interviewde Hospichild dokter Anne-Britt Johansson, diensthoofd neonatologie aan het UKZKF. Zij zetten toen de beginselen van de prematuriteit op een rijtje: “In België komen 7 tot 8% van de baby’s te vroeg op de wereld. In 80% van de gevallen weten we dat op voorhand en kunnen de ouders zich voorbereiden. Er bestaan drie graden van prematuriteit: extreem (voor 28 weken), ernstig (tussen 28 en 32 weken) en matig (tussen 32 en 36 weken). Er zijn niet meer ernstige vroeggeboorten dan voorheen, maar het aantal matige vroeggeboorten is sterk gestegen. Dat komt omdat vrouwen op steeds hogere leeftijd kinderen krijgen.” 

 

LEES OOK: 

Mantelzorgers, deze lichtstrijders die onlangs uit de schaduw zijn gekomen

21 juni, de langste dag van het jaar, is de Nationale Dag van de mantelzorgers. Het is nu twee jaar geleden dat de wet die hun status erkent, onderweg is. Concentreer u op deze nieuwe status, maar ook op de verenigingen of beroepsbeoefenaars die zich al jaren inzetten om deze lichtstrijders, die onlangs uit de schaduw zijn getreden, te ondersteunen. 

Volgens de definitie van de vzw Aidant Proches: “Een mantelzorger is elke persoon die regelmatig bijstand verleent aan een naaste die niet over voldoende autonomie beschikt. Deze hulp beantwoordt aan specifieke behoeften en wordt uitgevoerd buiten het kader van een professionele vergoeding of vrijwilligerswerk zoals gedefinieerd door de wet van 03/07/2015”. In België besteden 800.000 mensen dagelijks vele uren aan het helpen van een ziek, gehandicapt of bejaard familielid… Ouders, grootouders of familievrienden van een hulpbehoevend kind zijn uiteraard in dit cijfer inbegrepen en worden ook beschouwd als mantelzorgers.

Eindelijk erkend!

Sinds 1 september 2020 kunnen aanvragen voor erkenning als mantelzorger eindelijk worden ingediend. Velen hebben lang op deze procedure gewacht, omdat het met name de enige manier is om het nieuwe thematische verlof voor erkende mantelzorgers te verkrijgen. Volgens bepaalde voorwaarden die in het laatste Koninklijk Besluit inzake de mantelzorgers zijn vastgesteld, kan dit verlof momenteel één maand duren, maar kan het oplopen tot drie maanden wanneer de wet wordt verlengd. De voorwaarden waaraan moet worden voldaan, zijn bijvoorbeeld dat aan de mutualiteit moet worden verklaard dat de verzorgde persoon inderdaad hulpbehoevend is, dat het familielid in België woont, dat de verzorger ten minste 50 uur per week of 600 uur per jaar voor hem/haar zorgt, dat ten hoogste drie naaste verzorgers voor dezelfde persoon zorgen…

Waarom zo’n status?

Sindsdien staan veel mantelzorgers nog steeds in het duister over de procedure voor het aanvragen van deze status. Daarom werd enkele dagen voor de Dag van de mantelzorgers op initiatief van de vereniging ‘Aidants Proches’ een virtuele conferentie gehouden om op een “eenvoudigere” manier uit te leggen welke stappen moeten worden ondernomen om de erkenning van de status van mantelzorger te verkrijgen. Naast de reeds genoemde voorwaarden drong de vereniging ook aan op de redenen voor het verkrijgen van erkenning:

  • Het verkrijgen van thematisch verlof (of loopbaanonderbreking)
  • Psychologische impact: men geeft woorden aan de situatie waarin men leeft
  • Initiëren van een begeleiding
  • Juridisch kader, rechtsbescherming
  • Strijd voor sociale rechten
  • Een onzichtbare sociale groep zichtbaar maken

Nationale feestdag in het Maison de l’Aidance

Het in 2018 ingehuldigde ‘Maison de l’Aidance’, een plaats waar alle mantelzorgers elkaar in Brussel kunnen ontmoeten, bestaat uit vier verenigingen: ‘Aidants proches’, ‘Jeunes Aidants Proches’, ‘FratriHA‘ en de ‘Casa Clara‘. Elk jaar openen zij op 21 juni hun deuren om mantelzorgers, professionals en iedereen die bij het thema betrokken is, te verwelkomen. Elke vereniging biedt een reeks aan activiteiten die gewijd zijn aan ontspanning, ontdekking en ontmoetingen.

Mobiel ondersteuningsteam voor zorgverleners

De laatste ontwikkeling op dit gebied is het “Mobiele Preventie Ondersteuningsteam voor mantelzorgers” (EMPSA). Dit team, dat in januari 2021 werd opgericht door de vereniging ‘Jeunes & Aidants Proches’, bestaat uit zorgprofessionals die naar de 19 Brusselse gemeenten reizen om mantelzorgers te ondersteunen wanneer een situatie van afhankelijkheid van een van de gezinsleden opduikt of verergert. Zodra de verzorgde in het ziekenhuis wordt opgenomen of op een belangrijk moment bij zijn terugkeer naar huis, ondersteunt het multidisciplinaire team (psycholoog, maatschappelijk werker en verpleegkundige) de mantelzorgers door hen te informeren over hun rechten en de bestaande hulpverlening. Concreet wordt steun verleend op verschillende niveaus: beoordeling van de algemene situatie, luisteren naar de behoeften, voorkomen van de gevolgen van de hulpverlening voor de relaties en de gezondheid, hulp bij het organiseren en verdelen van taken, bevorderen van de autonomie, opsporen van bronnen van uitputting, steun en respijt, enz.

 

Sofia Douieb

 

LEES OOK

Milieugeneeskunde en kleuters: focus op het initiatief ‘Docteur Coquelicot’

‘Docteur Coquelicot’ kwam er in 2020 op initiatief van huisartsen en andere gezondheidsprofessionals in België, als vulgariseringsproject voor milieugeneeskunde. Via een blog en in samenwerking met het SSMG (Société Scientifique de Médecine Générale) en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, infomeren en vormen ze zowel het brede publiek als zorgverleners die hun kennis willen verbreden. We hadden een gesprek met huisarts Jessica Beurton en kinderverpleegkundige Céline Bertrand, beide docenten in onderwerpen rond milieugeneeskunde, met de focus op de kleutertijd.

Volgens de WGO omvat de milieugeneeskunde de aspecten van de menselijke gezondheid, met inbegrip van de levenskwaliteit. Die worden bepaald door de fysische, chemische, biologische, sociale, psychosociale en esthetische factoren van ons milieu. In vergelijking met Frankrijk hinkte België lange tijd achterop met betrekking tot de preventie en bewustmaking van het brede publiek rond dit thema. Vandaag vindt een versnelde bewustwording plaats en duiken er regelmatig nieuwe initiatieven op. Via de vulgariseringsblog Docteur Coquelicot verkrijgen gezondheidsprofessionals en het brede publiek toegang tot content over milieugeneeskunde. De leden van de cel ‘Leefmilieu’ van SSMG laten bezoekers meegenieten van hu expertise en bieden opleidingen aan voor beide doelgroepen.

Vulgarisering van content rond milieugeneeskunde

Docteur Coquelicot is dus een recent initiatief van dr. Sarah De Munck, gespecialiseerde huisarts in milieugeneeskunde, die de preventie-ideeën wou delen met zoveel mogelijk mensen en dr. John Pauluis, verantwoordelijke van de cel ‘Leefmilieu’ van het SSMG (die reeds 40 jaar bestaat). Zij wilden het publiek en de zorgverstrekkers gemakkelijke toegang tot informatie over dit onderwerp en zelfs opleidingen rond goede praktijken bieden. Momenteel wordt het platform beheerd door verschillende leden van de cel ‘Leefmilieu’. Ze doen dit naast hun dagelijkse activiteiten. De vulgariserende blog omvat artikels (soms om een alarm te verspreiden), infographics en fiches met nuttige aandachtpunten voor alledag.

Het belang van een vroegtijdige aanpak en de terugkeer naar de soberheid

Van alle beschikbare informatie, is er volgens Céline Bertrand één element dat wordt onderschat of zelfs vergeten: “De bewustwording van de risicovolle omgevingsfactoren moet zo vlug mogelijk tot stand komen bij het individu. Daarom moeten vrouwen en de mensen die hen omringen, nog voor de zwangerschap het organisme ontgiften. Aanstaande moeders moeten vanzelfsprekend stoppen met roken, alcoholgebruik, sterk bewerkte voedingsmiddelen eten… Maar ook de omgeving moet zijn rol spelen!”  Jessica Beurton treedt haar bij: “Het hele gezin moet zich bewust worden en zijn eetgewoonten aanpassen, nog voor de komst van de baby. Kunnen we echt niet zonder al die producten? Heel wat schadelijke elementen voor het organisme moeten we bannen, en gewoon een eenvoudige en natuurlijke levenswijze aannemen. Terug naar de essentie en de soberheid!”

Opleidingen voor het brede publiek en de professionals 

De cel ‘Leefmilieu’ van het SSMG organiseert opleidingen om deze waarden van soberheid en een gezonde levenswijze over te brengen op zoveel mogelijk mensen. Ze richten zich tot het brede publiek, scholen en gezondheidsprofessionals. Voor elk thema wordt standaard een uur uitgetrokken, maar dat kan aangepast worden op maat van de wensen en behoeften van de groep (volle of halve dag…). Het team van in België gevestigde gezondheidsprofessionals is beschikbaar voor infosessies in de lokalen van de aanvrager of van het SSMG in Brussel.

Docteur Coquelicot, een project van het SSMG 

Ter info:  SSMG staat dus voor Société Scientifique de Médecine Générale (ofwel Wetenschappelijke Vereniging voor Huisartsengeneeskunde). De vzw bestaat vijftig jaar en telt ruim 3.000 huisartsen in België. Ze bestaat uit verschillende cellen, zoals de cel Leefmilieu, de cel Ouderen, de cel Geneesmiddelen, de cel mentale gezondheid, de cel Voeding en andere. Het SSMG wil de huisarts bijstaan in drie essentiële en specifieke taken: het toedienen van kwalitatieve zorg als vlot toegankelijke buurtwetenschapper, de communicatie met patiënten, de paramedici en de andere huisartsen en specialisten, de analyse van tal van variabelen die de prioriteiten bepalen en het gebruik van een centraal medisch dossier.

 Ontdek de blog ‘Docteur coquelicot’ 

 

Sofia Douieb

 

LEES ONZE ANDERE FOCUSARTIKELS: