Categorie 1

De Iris Ziekenhuizen Zuid verkrijgen opnieuw het ‘Babyvriendelijk Ziekenhuis’ label

De Iris Ziekenhuizen Zuid worden voor de vierde keer op rij bekroond tot ‘Babyvriendelijk ziekenhuis’ (BFHI). Dit kwaliteitslabel wordt toegekend door de WGO en UNICEF. Het verzekert een hoog kwalitatieve zorg en ondersteuning van moeders en pasgeborenen. 

In Brussel verkregen slechts vijf materniteiten dit label: UMC Sint-Pieter, de Iris Ziekenhuizen Zuid, UKZKF, Erasmus Ziekenhuis en Kliniek Sint-Jan. De Iris Ziekenhuizen Zuid en UMC Sint-Pieter waren de eersten in 2006. Dat houdt in dat ze sindsdien onafgebroken werk maken van een betere zorg en communicatie naar de toekomstige ouders.

LIJST MET DE 28 BELGISCHE ZIEKENHUIZEN MET BFHI-LABEL (2020)

 

Criteria om het label te behalen

Om het BFHI-label te verkrijgen (en voor 4 jaar te behouden), moet een materniteit vanzelfsprekend beantwoorden aan welomlijnde criteria:

  • toepassing van de Tien Vuistregels ,10 sleutelpunten om het succes van borstvoeding te bevorderen, te promoten en optimaal te begeleiden ;
  • de fysieke en psychische behoeften van de moeders tijdens de arbeid en de bevalling respecteren, Mother Friendly care ;
  • de gezinnen beschermen tegen alle commerciële invloeden wat zuigelingenvoeding betreft, en dit overeenkomstig de Internationale Gedragscode voor het op de markt brengen van vervangingsmiddelen voor moedermelk.

Continue inspanningen

Concreet – en specifiek in de Iris Ziekenhuizen Zuid – wordt er voldaan aan de criteria via diverse initiatieven van de pool moeder/kind. Op hun website vertelt Tamara Dedecker, vroedvrouw-coördinatrice perinataliteit in de Iris Ziekenhuizen Zuid: De inkorting van de verblijfsduur op de materniteit heeft ons ertoe verplicht innovatief voor de dag te komen om de kwalitatieve begeleiding verder te garanderen. Er moest vooral op prenataal vlak ingegrepen worden.” En ze vervolgt: “Toekomstige mama’s genieten niet enkel een medische opvolging van hun zwangerschap, maar samen met hun partner kunnen ze ook de door het multidisciplinaire team voorgestelde infoavonden bijwonen.” Elke week organiseren vroedvrouwen, pediatrisch verpleegkundigen, kinesitherapeuten en kinderartsen sessies over uiteenlopende thema’s: de bevalling, de eerste levensdagen van de baby, terug naar huis, borstvoeding, of nog, onvoorziene omstandigheden met de baby. Daarbij gaat ook bijzondere aandacht uit naar de papa’s. De ziekenhuisprofessionals verzekeren ten slotte de aangepaste opvolging van het gezin thuis. En als meest recente project “Wij hopen workshops over babybad te kunnen voorstellen. Een vaak terugkerende vraag van de mama’s…”.

Overlijden van een kind: het ‘verlet’ wordt misschien verlengd

Het ‘klein verlet’, dat wordt toegekend bij het overlijden van een kind, bedraagt vandaag slechts drie dagen. Catherine Fonck, federaal kamerlid voor CDH, diende onlangs een tekst in met het oog op het verlengen van die periode tot tien dagen. Dit initiatief pikt in op de hevige debatten die momenteel in Frankrijk gevoerd worden over dit onderwerp.

Een ‘misvatting’, zo gaf de Franse regering onlangs toe in verband met het verwerpen (door LREM, de partij van Macron) van een wetsvoorstel om het wettelijke verlof bij het overlijden van een minderjarig kind op te trekken van vijf tot twaalf dagen. Dat verzet, ingegeven door de mening dat het initiatief ‘de ondernemingen zou straffen’, werd door de bevolking en de andere partijen aangevoeld als choquerend. Het protest dwong de uitvoerende macht om de beslissing terug te draaien en nieuw overleg aan te kondigen. In België gaat het zelfs niet om vijf, maar om drie dagen verlof voor de getroffen ouders. Daarom maakte kamerlid Catherine Fonck dankbaar gebruik van de media-aandacht om ook bij ons de kat de bel aan te binden.

Wat voorziet de wet?

In België is het klein verlet een verlof dat wordt toegekend bij bepaalde gebeurtenissen, het recht op een korte periode van afwezigheid omwille van familiale omstandigheden, zoals het overlijden van een naaste.

  • Het verlet bedraagt drie dagen (te kiezen tijdens de periode die begint op de dag van het overlijden en eindigt op de dag van de begrafenis) indien de overledene het kind is van de werknemer of zijn/haar echtgeno(o)t(e).
  • Het verlet bedraagt twee dagen (te kiezen tijdens de periode die begint op de dag van het overlijden en eindigt op de dag van de begrafenis) indien het gaat om een broer, zus, kleinkind, achterkleinkind die/dat bij de werknemer inwoont.
  • Gaat het om een broer, zus, kleinkind, achterkleinkind die/dat niet bij de werknemer inwoont, dan blijft het verlof beperkt tot de dag van de begrafenis.

In La Libre stelt Catherine Fonck dat drie dagen absoluut niet volstaan: “Als je een naaste verliest, zijn drie dagen zó voorbij. Je hebt nauwelijks de tijd om het papierwerk en de uitvaart te regelen, en dan moet je alweer aan het werk. Zo kan je de slag niet verwerken.”

Van drie naar tien dagen?

Om die reden diende het federale kamerlid in oktober 2019 een tekst in, met het verzoek het verlet te verlengen van drie tot tien dagen (de drie eerste dagen blijven ten laste van de werkgever, voor de volgende zeven dagen zou er een tussenkomst zijn van de ziekteverzekering).

Nu de discussie in volle hevigheid woedt bij onze zuiderburen, wil ze de kwestie opnieuw onder de aandacht brengen: “Het is belangrijk dat de werknemer wat tijd voor zichzelf kan nemen. Na de begrafenis komt de ouder plots in een zwart gat terecht. Sommigen zijn dan liever op het werk dan alleen thuis, maar anderen moeten even afstand kunnen nemen om te rouwen. Die kans moeten we hen geven. Laat ons getuigen van wat menselijkheid.”

Van ziekteverlof tot toegestaan en erkend verlof?

Het spreekt vanzelf dat veel rouwende ouders het niet bij drie dagen houden. Vaak raadplegen ze hun arts om een attest van ziekte te verkrijgen en thuis te kunnen beginnen rouwen. Maar volgens het kamerlid zou deze vaak voorkomende vorm van ziekteverlof gewoon moeten toegestaan en erkend worden: “Het is ook in het belang van de onderneming dat de werknemer de sleutelmomenten in zijn leven in goede omstandigheden kan meemaken: een geboorte, een overlijden, een ernstig ziek kind… In Frankrijk gingen de werkgevers in elk geval al akkoord met het rouwverlof.”

Geëngageerde kinderarts Michel Pletincx genomineerd voor de ‘Specialist van het Jaar’

Voor het derde opeenvolgende jaar organiseren de Artsenkrant en het Verbond der Belgische Beroepsverenigingen van Artsen-Specialisten (VBS) de Prijs ‘Specialist van het Jaar’. Een van de tien door de jury genomineerden is Michel Pletincx, reeds meer dan dertig jaar actief als geëngageerde kinderarts en voorzitter van de Belgische beroepsvereniging van Kinderartsen. Wie een RIZIV-numer heeft kan nog tot 22 november zijn stem uitbrengen.

Michel Pletincx – Mei 2018 – ‘Pediaters aan het woord’

 

In mei 2018 woonde Hospichild een persconferentie bij, georganiseerd door de Onafhankelijke Ziekenfondsen onder de noemer ‘Pediaters aan het woord’. Michel Pletincx was een van de sprekers en zei onder meer dat ‘De job van ziekenhuispediater is echt hard, vooral ’s nachts en in het weekend. Daarom moet je met velen (minstens 4) zijn om alles het hoofd te bieden. Het werk maximaal verdelen kan helpen om burn-out tegen te gaan. Het is ook essentieel dat het beroep beter verloond wordt en dat de work-lifebalance verbetert. Volgens hem: ‘houdt het onvoldoende lang kunnen opvolgen van het kind risico’s in. We moeten alles opnieuw bekijken en een betere opvolging verzekeren. We moeten het aantal ziekenhuisdagen ook tellen vanaf de bevalling, en niet vanaf de opname.’ De man heeft duidelijk sterke overtuigingen en verdedigt die dag in dag uit, onder meer als voorzitter van de beroepsvereniging.

Prijs ‘Specialist van het Jaar’

Vorig jaar ging de Prijs ‘Specialist van het Jaar’ naar professor Greta Dereymaeker (gespecialiseerd in orthopedie en voetchirurgie) aan Nederlandstalige kant, en naar anesthesist Gilbert Bejjani bij de Franstaligen. Dit jaar selecteerde de vakjury opnieuw vijf Nederlandstalige (Luc Colemont, Marc Moens, Chantal Mathieu, Geert Verleden en Geert Dom) en vijf Franstalige specialisten (Paul Colson, Caroline Depuydt, Jean-Paul Lechat, Jean-Michel Foidart en Michel Pletincx). De selectiecriteria omvatten de communicatieve, empathische en samenwerkingsvaardigheden van de specialist, de mate waarin zijn/haar (sociaal) engagement het beroep/vakgebied/gezondheidszorg vooruithelpt; de managementcapaciteiten en de mate van integratie/toepassing van innoverende medische technieken in de dagelijkse praktijkvoering.

‘Stem voor de Pediatrie’

De pediatrische wereld is opgezet met de nominatie van Michel Pletincx. Dat blijkt ook uit een bericht op de website van de Belgische Vereniging van Franstalige Pediaters: ‘Dit jaar verheugen we ons op de nominatie van Michel Pletincx. Hij was 25 jaar lang voorzitter van de Belgische beroepsvereniging van Kinderartsen. In die functie was hij de drijvende kracht achter tal van acties en verwezenlijkingen, waarvan we tot vandaag de vruchten plukken. Bovendien kan hij een solide wetenschappelijk curriculum voorleggen. Met zijn belangstelling voor diverse culturen toont hij zich als een tolerant iemand met een open geest. Hij is tevens een trouw lid van onze vereniging. Het zou fantastisch zijn voor de Belgische pediatrie mocht Michel deze erkenning krijgen’.

Prijsuitreiking tijdens een symposium

De Prijs ‘Specialist van het Jaar’ wordt uitgereikt tijdens een symposium, gewijd aan de toekomstvisie van de gespecialiseerde geneeskunde, georganiseerd door de VBS op 23 november 2019 in Living Tomorrow. Verschillende actuele thema’s komen dan aan bod: wat is de rol van de geneesheer-specialist in het kader van de hervormingen (Paul D’Otreppe), een goed evenwicht vinden tussen werk en privéleven (Ortwin Boone), de geneesheer-specialist van morgen (Pedro Facon), hoe zien de geneesheren-specialisten de gespecialiseerde geneeskunde van morgen (Jean-Luc Demeere) en de ziekenhuisnetwerken en de geneesheer-specialist (Margot Cloet).

De Artsenkrant en de VBS zullen de Prijs ‘Specialist van het Jaar’ overhandigen aan de laureaten in aanwezigheid van Maggie De Block, minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid.

→  Stem hier nog tot 22 november voor de ‘Specialist van het Jaar’

Boek over Kikker Cas leert kinderen in het ziekenhuis omgaan met verdriet

Het kinderboek ‘Het grote verdriet van Kikker Cas’ van Hélène Poncelet handelt over het delicate thema van verdriet bij kinderen: hoe breng je slecht nieuws aan en hoe leer je hen ermee omgaan?

Twee jaar geleden lag het zoontje van de auteur in het ziekenhuis. Dat feit leverde de inspiratie voor het eerste Kikker Cas-verhaal ‘Cas in het ziekenhuis’. Het boek wordt sindsdien vaak gelezen op de kinderafdelingen van tal van Vlaamse ziekenhuizen. Vandaag krijgt het dus een vervolg. Cas is intussen twee jaar ouder en zit in het eerste leerjaar. Dan krijgt hij te horen dat zijn beste vriend Ben een auto-ongeluk heeft gehad en niet meer terug zal komen. Met de hulp van zijn ouders, leerkrachten en vriendjes leert Cas dat Ben altijd bij hem zal blijven, in zijn hart, zolang hij hem niet vergeet.

Meter Maggie

Maggie De Block is meter van het project. De minister van Volksgezondheid las trouwens al voor uit het eerst Cas-boek aan kinderen in het kinderziekenhuis van Asse.

Het grote verdriet van Kikker Cas telt 32 pagina’s en is uitgegeven bij Beefcake Publishing. Het kost 15 euro en is te koop in elke boekhandel en online.

(Bron: HLN.be)

Kinderartsen starten campagne voor terugbetaling vaccin tegen meningokokken

De Belgische Vereniging voor Kindergeneeskunde wil ouders beter informeren over meningokokken, een bacterie die hersenvliesontsteking kan veroorzaken. Ze vragen een terugbetaling van het vaccin, zodat meer ouders er gebruik van maken.

In België is al een tweetal jaar een vaccin voor meningokokken verkrijgbaar, maar de ouders zijn onvoldoende op de hoogte van de ziekte. Nochtans gaat die gepaard met vijf tot tien procent kans op overlijden en 40 procent kans op complicaties.

De vaccinatie kost zo’n 260 euro en de ziekte komt niet heel veer voor: we tellen 100 tot 120 gevallen per jaar. Toch ijvert de Belgische Vereniging voor terugbetaling. Ze wil om te beginnen de ouders informeren aan de hand van affiches en brochures. Dankzij het vaccin kunnen tot 85 procent van de gevallen voorkomen worden.