Het systematisch testen van kinderen onder de drie jaar op Covid-19 is voorbij. Dat besluit nam het instituut voor volksgezondheid Sciensano naar aanleiding van het signaal van de kinderartsen. Die luidden de alarmbel omdat ze de situatie ‘onhoudbaar’ vonden. Voortaan worden alleen echt verdachte gevallen, waarbij de omgeving gevaar loopt en die een ziekenhuisopname vereisen, nog getest.
Op 8 juli (gisteren dus) brachten wij u op de hoogte van de onhoudbare situatie van de kinderartsen naar aanleiding van de richtlijnen van Sciensano om kinderen quasi systematisch te testen op Covid-19. We stelden dat de gevraagde versoepeling van de richtlijnen er spoedig zou komen, en nu is het besluit dus verschenen.
Gedaan met quasi systematisch testen
Voorlopig geldt het nieuwe advies enkel voor kinderen van 0 tot 3 jaar. Kinderartsen moeten die alleen nog testen ‘indien de jonge patiënt beantwoordt aan de definitie van mogelijk Covid-19-geval en de klinische toestand een ziekenhuisopname vereist, of indien het resultaat impliceert dat er maatregelen moeten getroffen worden om nauwe contacten te beschermen”. Geen Covid-testen meer bij de minste koortsopstoot dus.
Wat met de kinderopvang bij een positieve test?
Sciensano verduidelijkt ook wat er moet gebeuren met een kind dat positief test en naar een kinderopvang gaat. Het kind moet dan thuis geïsoleerd worden en mag pas 7 dagen na het verschijnen van de symptomen terugkeren naar zijn ‘bubbel’, op voorwaarde dat het 3 dagen koortsvrij is en de symptomen aanzienlijk verbeteren. De kinderopvang mag open blijven en er zijn geen verdere tests nodig. Indien er evenwel een ander kind in dezelfde bubbel van de kinderopvang symptomen van COVID-19 ontwikkelt binnen de 14 dagen na het eerste bevestigde geval, moet dat kind worden getest. Voor Sciensano is er dan sprake van een cluster en moet de betreffende klas of bubbel de deuren sluiten. Er volgt een quarantaine en enkel het zorgpersoneel moet getest worden.
LEES OOK: