In België kwam er pas onlangs een wettelijke regeling voor euthanasie bij minderjarigen. De euthanasiewet van 28/05/2002 werd vervangen door de wet van 28/02/2014 om euthanasie uit te breiden tot minderjarigen.
Volgens de definitie van de oorspronkelijke wet, is euthanasie ‘het opzettelijk levensbeëindigend handelen door een andere dan de betrokkene, op diens verzoek.’
Door de uitbreiding van de wet tot de minderjarigen kan het verzoek om euthanasie nu gebeuren zonder beperking op basis van leeftijd. Vanzelfsprekend kan een arts het verzoek slechts inwilligen, indien er aan bepaalde goed omschreven voorwaarden wordt voldaan.
Voorwaarden
Om zeker te zijn dat hij de wet niet overtreedt bij de euthanasie van een minderjarige, moet de arts waken dat beantwoord wordt aan volgende voorwaarden (benoemd in de wet van 2014) :
– de patiënt is een handelingsbekwame meerderjarige, of een handelingsbekwame ontvoogde minderjarige, of nog een oordeelsbekwame minderjarige en bewust op het ogenblik van zijn verzoek;
– het verzoek is vrijwillig, overwogen en herhaald, en niet tot stand gekomen als gevolg van enige externe druk;
– de meerderjarige of ontvoogde minderjarige patiënt bevindt zich in een medisch uitzichtloze toestand van aanhoudend en ondraaglijk fysiek of psychisch lijden dat niet gelenigd kan worden, en dat het gevolg is van een ernstige en ongeneeslijke, door ongeval of ziekte veroorzaakte aandoening;
– de minderjarige patiënt die oordeelsbekwaam is, bevindt zich in een medisch uitzichtloze toestand van aanhoudend en ondraaglijk fysiek lijden dat niet gelenigd kan worden en dat binnen afzienbare termijn het overlijden tot gevolg heeft, en dat het gevolg is van een ernstige en ongeneeslijke, door ongeval of ziekte veroorzaakte aandoening.
Let wel: in de nieuwe wet wordt psychisch lijden niet weerhouden voor minderjarigen, terwijl dat wel het geval is voor meerderjarigen en mondige minderjarigen. De notie afzienbare tijd is nieuw tegenover de wet van 2002.
Leeftijdslimiet
In Nederland, een pionier inzake euthanasie bij minderjarigen, ligt de leeftijdsgrens op 12 jaar. In België heeft men het eerder over ‘onderscheidingsvermogen’. Volgens de specialisten kan men geen enkele leeftijd als kantelpunt vooropstellen voor dit onderscheidingsvermogen. Elke minderjarige patiënt kan op een min of meer mature manier omgaan met ziekte. Jongere kinderen (tot 7 of 8 jaar) kunnen natuurlijk nog niet volkomen begrijpen dat de dood het definitieve einde betekent. Daarom zijn zij ook niet opgenomen in de wettelijke regeling.
De plaats van de ouders bij de euthanasie van een minderjarige
Aangezien een minderjarige geen burgerlijke verantwoordelijkheid draagt en vanuit juridisch oogpunt geen verbintenis kan aangaan, blijven de ouders betrokken bij het proces. De minderjarige heeft het recht om het gesprek aan te gaan, maar de wettelijke voogden moeten hun toestemming geven. Zij mogen ook heel wat informatie vragen aan de behandelende arts.
Naast die informatie en de toestemming van de ouders, wilde de wetgever hen ook een specifieke ondersteuning bieden: ‘Na het verwerken van de aanvraag van
de patiënt door de arts, kunnen de betrokken personen een beroep doen op psychologische begeleiding’.
Juridische onzekerheid
Zoals te verwachten viel bij een dergelijk gevoelige materie, verzetten veel critici zich tegen de uitbreiding van euthanasie tot minderjarigen.
Vooral wat het ‘onderscheidingsvermogen’ betreft, wijst men op het ontbreken van juridische of wetenschappelijke criteria. Het gaat louter om een onderzoek door kinderpsychiaters of psychologen, maar die baseren zich niet op objectieve of wettelijk bepaalde criteria.
Nog een probleem: de wettelijke voogden zijn het onderling niet eens. In dat geval voorziet de wet niet wat er moet gebeuren.
Voor deze kwestie, maar ook voor neonatale situaties en voor psychisch lijden, zullen de jurisprudentie en de doctrine van kapitaalbelang zijn. Zij kunnen stap voor stap een licht werpen op de onduidelijkheden in de wet.